4 – 5 minuten

5 reacties

 Er zijn drie maanden om. Het zwaard dat gevoelsmatig steeds boven mijn hoofd hangt krijgt een steeds grotere omvang. Het is weer tijd voor de ‘tango’ met mijn arts. Hij vraagt mij hoe het met mij gaat en ik wil dat van hem horen.  Hij leidt de dans en vraagt: ‘Hoe voel je je?’ Ik zeg: ’Zoals ik mij nu voel zou ik niet naar de huisarts zijn gegaan zoals destijds. Ik kan veel, ik doe ook veel. Ik werk volledig.’

Hij knikt. Dan begint hij zijn verhaal. Het is een mooi verhaal. Het is een prachtig verhaal, een ontluisterend verhaal.

’Je bloedbeeld is stabiel. Het is zolang stabiel dat ik nu weet dat je geen agressieve vorm van kanker hebt, want dan hadden we die al lang weer teruggezien.’

Ik knik en luister met mijn schoonzusje naast mij.

Hoelang?
‘Op een dag zul je wel weer behandeld moeten worden, maar dat zal hoogstwaarschijnlijk nog wel even duren,’ zegt hij. ‘Hoelang?’, vraagt hij zelf hardop, en vervolgt: ‘Dat kan ik niet met zekerheid zeggen. Misschien twee jaar, misschien vijf, misschien tien.’

Ik knik weer. Ik moet mij verhouden tot deze informatie. Ik was in mijn hoofd al aan het aftellen tot mijn ziekbed en sterfdag.

Mijn arts gaat door. ‘Als je weer behandeld moet worden zal de kuur ook niet weer zo zwaar zijn. Er zijn allemaal ontwikkelingen gaande.’

Ik knik weer en kijk mijn schoonzusje aan. Zij knikt terug naar mij.

‘Er zijn nu ook vorderingen op onderzoeks-vlak,’ gaat mijn arts door. Wellicht valt jouw kanker ooit te genezen.  Of je dat mee gaat maken weet ik niet, dat hangt af van het verdere verloop, zowel van jouw ziekte als van het onderzoek. Maar er zijn nu veel positieve ontwikkelingen gaande,’ besluit hij.

Ook het fysieke onderzoek levert geen alarmbellen op. Over drie maanden heb ik de volgende controle.

Perplex
Terwijl we door de ziekenhuisgangen naar de parkeergarage lopen vraag ik aan mijn schoonzusje wat zij heeft gehoord. We repeteren wat de arts heeft gezegd. ‘Beter kon niet’, zegt mijn schoonzusje na onze gemeenschappelijke samenvatting. Ik knik weer. Van ongeloof schakel ik in verschillende versnellingen over naar geloof. Van perplex verander ik stapsgewijs in uitgelatenheid. Als we de parkeergarage uitrijden bel ik mijn moeder: ‘De hemel zij geprezen’,  zegt ze. Ik stuur de (bonus)kinderen die nu studeren en werken een bericht in de familieapp.

Ik zweef naar huis. Na een kop thee met mijn schoonzus zweef ik naar mijn werk waar ik diverse kantoortjes inloop en mijn nieuws ‘van de daken schreeuw’.

Dan zweef ik naar de rouwgroep. Ik ben haast euforisch als ik mijn goede nieuws deel. Ik koester mij in de oprechte blijdschap van mijn rouw-lotgenoten. Zij hebben net als ik iemand verloren aan kanker maar kunnen toch blij voor mij zijn.

Weer thuis laat mijn dochter die-niet-meer-zo-graag-knuffelt-want-ze-is-ruim-12 zich omarmen. ‘Dit nieuws geeft weer hoop’,  zeg ik. Nu knikt zij.

Dankbaar
Ook al is dankbaarheid wat ingewikkeld en vind ik het soms een beetje een ‘vies’ woord: ik ben dankbaar dat mijn lichaam het nu niet erger maakt dan het is. Stabiele kanker is in mijn geval heel goed. Ik ben dankbaar dat ‘mijn kanker’ een kanker is waar veel onderzoek naar wordt gedaan en dat er goede resultaten zijn. En breder, voor al mijn lotgenoten en mij ben ik dankbaar dat de medische wetenschap lijkt te gaan als een trein.

Ja, ik ben dankbaar. Waarschijnlijk kan ik nog een tijd ‘moeder’ zijn en hoef ik mijn dochter voorlopig  niet als wees achter te laten.

Ik adem heel diep in. Als ik omhoog kijk zie ik geen zwaard van Damocles boven mijn hoofd hangen. Maar een blauwe lucht. En ook al geloof ik er niet in, als ik naar de blauwe lucht kijk denk ik net als mijn moeder: ‘de hemel zij geprezen.’

Swanny Kremer

Een artikel van


5 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Wat een geweldig fijn nieuws. We kennen elkaar niet persoonlijk maar ik lees je columns al een poosje. Ze raken me iedere keer weer. Mooi en ontroerend hoe je de thema’s benadert en beschrijft. Ik ben ontzettend blij voor jou en je kinderen en familie!

Oh Swanny, ik begon met ingehouden adem te lezen. Ik heb het allemaal, lang geleden, meegemaakt. Dat opgeluchte ademhalen, het nog niet helemaal goed kunnen geloven………
Ik ben zo blij voor je, voor je dochter en allen die bij je horen en je liefhebben. Heel mooi dat er vandaag voor jou weer een toekomst werd geboren………..geniet ervan samen met Nevada en allen die…..

Liefs van San