9 – 11 minuten

1 reacties

Sinds haar start in 2007 heeft de master Zorgethiek en Beleid (ZeB) talloze afgestudeerden afgeleverd. Hoe is het werkende leven na de opleiding ZeB? En wat heeft deze opleiding hen meegegeven in de werkzaamheden? Dit keer spreken we Pascal Collard.

Pascal Collard (1991) is in 2009 begonnen met zijn bachelor Gezondheidswetenschappen aan de Vrije Universiteit (VU). Na zijn bachelor heeft hij de tweejarige master Management, Policy Analysis and Entrepreneurship in Health and Life Sciences (MPA) aan de VU gevolgd. Aansluitend heeft hij de master Zorgethiek en Beleid in 2016 afgerond.

Sinds juni 2016 streeft hij ernaar om verschillende ervaringen in verschillende contexten op te doen. Vanaf maart 2017 is Pascal junior onderzoeker bij de vakgroep Zorgethiek aan de Universiteit voor Humanistiek. Dit combineert hij met zijn werk als onderzoeker bij de gemeente Rotterdam, als docent ethiek bij het Athena Instituut op de VU en als kwartiermaker kwaliteitsbeleid en subsidieregelingen op het Hermann Wesselink College te Amstelveen.

Wat was de reden dat je de master Zorgethiek en Beleid bent gaan doen?

Ethiek en gezondheid houden mij al bezig sinds de middelbare school. Tijdens mijn studie MPA heb ik onderzoek gedaan naar studenten met een functiebeperking bij Bureau Studentenartsen in Amsterdam en naar verslavingspreventie door sociale wijkteams bij het Trimbos-instituut in Utrecht. Deze onderzoeken brachten mij in aanraking met termen en gevoelens als kwetsbaarheid en afhankelijkheid. Op dat moment werd mij duidelijk dat ik middels onderzoek een stem wil geven aan gemarginaliseerde groepen en mij voor hen wil inzetten.

De zoektocht naar een studie die met ethiek en gezondheid te maken heeft, bracht mij bij Zorgethiek en Beleid. Voor mij was belangrijk dat de studie zich niet enkel richtte op theoretische kaders, maar juist ook de verbintenis had met de toepassing van empirische methoden in de praktijk. De studie was daarnaast de uitgelezen kans om mij verder te bekwamen in kwalitatief en participatief onderzoek.

Het was een mooie bijkomstigheid dat de studie Zorgethiek en Beleid in Utrecht is gevestigd: overdag werkte ik als vrijwilliger bij het Trimbos-instituut om de strategische verkenning ‘Sociale wijkteams en verslavingspreventie: tijdige signalering en interventie bij problematisch gebruik van alcohol en drugs’ te schrijven voor het ministerie van VWS. Aan het einde van de middag liep ik dan door de stad naar de universiteit toe om daar tot in de late uurtjes (letterlijk: college duurt soms tot 21.30 uur)  mij te profileren als zorgethicus!

Waar ging je afstudeerthesis over?

Mijn afstudeeronderzoek heb ik op de afdeling Onderzoek & Business Intelligence van de gemeente Rotterdam uitgevoerd. Hier voerde ik een responsief evaluatieonderzoek uit naar de stakeholderparticipatie bij een lopend onderzoek naar de ontwikkeling in zelfredzaamheid en participatie van kwetsbare Rotterdamse burgers.

In dit onderzoek, genaamd ‘Kwetsbaar en Krachtig 2’, worden verschillende belanghebbenden van de Wmo gedurende het hele onderzoeksproces betrokken. Hierbij is het streven om gezamenlijk richting te geven aan het onderzoek door in samenspraak de onderzoeksvragen en -thema’s op te stellen. Deze manier van onderzoek doen is uniek binnen de gemeente Rotterdam.

In mijn onderzoek evalueerde ik de stakeholderparticipatie middels een focusgroep en interviews met alle negen betrokken vertegenwoordigers van zorg- en vrijwilligersorganisaties. De uitkomst was dat alle betrokkenen zich gehoord voelden, dat zij zich betrokken voelden bij het onderzoek en dat zij het belang en de noodzaak onderschreven dat de bevindingen onder de aandacht gebracht werden.

Wat heeft deze studie jou gebracht?

Aan de studie Zorgethiek en Beleid heb ik allereerst leuke contacten overgehouden, zowel bij de vakgroep Zorgethiek als bij de gemeente Rotterdam heb ik een groot netwerk kunnen opbouwen. Dat maakt ook dat ik mij nu zeer welkom voel als lid van de vakgroep Zorgethiek. ZeB heeft er ook toe geleid dat ik in al mijn werk mij bewust dan wel onbewust bezighoud met goede zorg. Je ontkomt er niet aan dat je anders naar de wereld kijkt, in positieve zin. Mijn visie op goede zorg gaat, net zoals in de zorgethiek, verder dan de gezondheidszorg en speelt zich ook af op andere terreinen zoals het sociaal domein en het onderwijs.

In de praktijk betekent dat dat ik zorgethische auteurs (Tronto, Walker) aanhaal, dat ik met zorgethische empirische methoden (fenomenologie, responsieve evaluatie) werk, dat mijn werk raakvlakken heeft met de critical insights van de Utrechtse zorgethiek (kwetsbaarheid, afhankelijkheid, relationaliteit) en dat ik er continu naar streef om respondenten en andere belanghebbenden op allerlei manieren te betrekken tijdens het onderzoek. Tenslotte merk ik dat door de discussies en veranderingen in de zorg, er in de samenleving dringend behoefte is aan meer zorgethici.

Kan je wat meer vertellen over je werkzaamheden na de master ZeB?

Doordat ik deze studie heb gedaan, heb ik de mogelijkheid kunnen creëren om verschillende werkzaamheden te verrichten op projectbasis, zowel als zzp’er als in loondienst. Zo kan ik er de komende jaren achter komen waar mijn passie en krachten liggen en op welke gebieden ik mij wil specialiseren. De studie en de contacten die ik daaraan heb overgehouden, tekenden het begin van mijn loopbaan. Ik kreeg de kans om met dr. Merel Visse (UvH) en dr. Lena van Gastel (gemeente Tilburg) als leermeesters aan een zeer interessant en boeiend project te werken in Tilburg.

Het enthousiasme en de energie spatte van het project af en daar werd ik alleen maar blij en gemotiveerd van. Middels de responsieve evaluatiemethode hebben we in Tilburg gewerkt aan de totstandkoming van de Agenda Sociaal Domein. Ik heb stadsgesprekken bijgewoond met verschillende groepen burgers uit de stad zoals mantelzorgers, zorgprofessionals, jongeren, jongerenwerkers, ouderen en werkzoekenden. Van deze stadsgesprekken schreef ik het verslag en de analyse om deze vervolgens terug te koppelen aan de gemeente. Tegelijkertijd nam ik samen met Merel de rol van procesbewaker op me om binnen het gemeentelijke proces trouw te blijven aan de methodiek van de responsieve evaluatie.

Rotterdam

Na mijn stageperiode op de afdeling Onderzoek & Business Intelligence van de gemeente Rotterdam ben ik daar in dienst getreden om mij samen met onderzoeker drs. Laura Hoekstra te richten op de verspreiding van de bevindingen van het onderzoek ‘Kwetsbaar en Krachtig 2’. In mijn afstudeeronderzoek heb ik namelijk de stakeholderparticipatie van ‘Kwetsbaar en Krachtig 2’ geëvalueerd en ik wilde mij graag inzetten om dit onderzoek verder te brengen dan de spreekwoordelijke bureaulade.

In dit onderzoek zijn mensen gevolgd met een verstandelijke of psychische beperking, een lichamelijke beperking, een chronische ziekte en mensen vanaf 75 jaar. Centraal stonden in de interviews met hen de ervaringen met zelfredzaamheid en participatie. Bij dit responsief evaluatieonderzoek waren ook vertegenwoordigers van zorg- en vrijwilligersorganisaties betrokken om gedurende het onderzoek mee te denken en te lezen. Het gesprek over goede zorg stond hierin centraal.

De belanghebbenden, Laura en ik vonden het belangrijk om de bevindingen van het onderzoek breed onder de aandacht te brengen, van wethouder tot respondent, op een voor ieder toegankelijke manier. Om dit te realiseren hebben wij het verhalenboekje ‘Kwetsbaar en krachtig: De zoektocht naar passende ondersteuning om betekenisvol te kunnen leven’ geschreven, waarin een publiekssamenvatting van het onderzoek, cliëntportretten met bijbehorende foto’s en een informatieblad met aanbevelingen voor goede zorg zijn opgenomen. Het is vervolgens een hele uitdaging om binnen de gemeente aandacht te vragen voor goede zorg in termen van aandacht, kwetsbaarheid, afhankelijkheid en relationaliteit, terwijl efficiëntie en kosteneffectiviteit de boventoon voeren.

Onderwijs

Door mijn studie ZeB gingen er ook op onderwijsgebied deuren voor mij open. Zo werk ik bij het Athena Instituut aan de VU samen met dr. Pim Klaassen aan een database met tentamenvragen voor de mastercursus Ethics in Life Sciences. Ook begeleid ik werkgroepen voor deze cursus. Zodoende raakte ik in contact met dr. Ellen ter Gast; zij coördineert de cursus Bio-ethiek voor studenten biologie aan de Universiteit Leiden. Ik heb met heel veel plezier onderwijs gegeven voor deze drieweekse cursus, waardoor ik erachter kwam dat ik ook affiniteit heb met doceren.

Ik werk ook als kwartiermaker kwaliteitsbeleid en subsidieregelingen op het Hermann Wesselink College te Amstelveen. Wellicht denkt u: ‘Wat heeft onderwijs met zorgethiek te maken?’. Dat zal ik kort uitleggen.
In het kader van de tevredenheidsonderzoeken op school introduceer ik in overleg met conrector drs. Harold Tennekes kwalitatieve onderzoeksmethoden als aanvulling op de reeds bestaande vragenlijsten.

Middels focusgroepen gebaseerd op de responsieve evaluatiebenadering en de fenomenologie streef ik ernaar om een beweging op gang te zetten die leidt tot

  1. een nieuwe manier van met elkaar het gesprek aangaan,
  2. de focus op de ervaring van leerlingen en medewerkers om erachter te komen wat er voor hen echt toe doet (de essentie),
  3. meer aandacht voor relationaliteit en machtsverschillen binnen de school en
  4. het betrekken van docenten en ondersteunend personeel bij het maken van beslissingen.

Het huidige onderzoek bij de UvH

In maart 2017 ben ik begonnen aan een nieuw onderzoek samen met dr. Hanneke van der Meide (UvH) en dr. Truus Teunissen (VUmc). Prof. dr. Leo Visser en dr. Merel Visse van de vakgroep Zorgethiek zijn er ook bij betrokken. Het is een fenomenologisch onderzoek naar de lichaamsbeleving van mensen met multiple sclerose (MS). Wij gaan interviews houden met mensen met MS, maar ook met mensen met een longziekte en met ‘gezonde’ mensen. Op deze manier onderzoeken we in hoeverre de bevindingen MS specifiek zijn.

Waarom doen wij dit onderzoek? Meer inzicht in hoe mensen met MS hun lichaam ervaren kan zorgverleners gevoelig maken voor de leefwereld van deze mensen. Het kan hen helpen om de juiste vragen aan mensen met een chronische aandoening te stellen. Daarnaast kan een verhoogd lichaamsbewustzijn ertoe leiden dat mensen met MS beter kunnen reageren op de telkens veranderende symptomen en kan het bijdragen aan een hernieuwde grip op het leven en welzijn.

[su_button url=”http://repository.uvh.nl/bitstream/handle/11439/2658/Masterthesis%20ZEB%20-%20Pascal%20Collard.pdf?sequence=1″ target=”blank” style=”flat” background=”#e49c00″ center=”yes” icon=”icon: download” class=”extra-padding”]Download [/su_button]

Een artikel van


1 reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *