5 – 6 minuten

2 reacties

Neem eens een zorgpraktijk in gedachten waarin jij zelf als zorgontvanger of als zorggever betrokken bent en waarbij jij je afvraagt of hier wel echt sprake is van ‘goede zorg’. Bijvoorbeeld een context in de privésfeer waarin je voor een kind of ander familielid zorgt, of in de context van een professionele zorgrelatie waarin je werkt in een ziekenhuis, zorgorganisatie of andere plek waar gezorgd wordt. Of een context waarin er juist voor jou gezorgd wordt door anderen.

Bedenk vervolgens eens wie er nog meer een rol spelen in die situatie of praktijk. Welke mensen of andere actoren komen in je op? Zet ze als het ware even op een rijtje voor je geestesoog. Stel je voor dat jullie je samen in een ruime kamer bevinden, en geef ieder van hen eens een plekje in deze ruimte. Laat met die positionering zien hoe volgens jou deze personen zich tot elkaar verhouden.

Zichtbaar maken van het levensondersteunende web

En wat nu als je dit innerlijke beeld niet alleen voor je geestesoog zou neerzetten, maar hen letterlijk in een fysieke ruimte deze posities ten opzichte van elkaar zou laten innemen?

Dát is de eerste stap van een zorgethische opstellingsmethodiek: representanten van de betrokkenen in een zorgpraktijk zetten met elkaar het ‘landschap van verantwoordelijkheden’ neer, dat gevormd wordt door hun onderlinge interactie en positie, de waarden, behoeften en belangen die zij uitdrukken, die van elkaar kunnen verschillen, die kunnen botsen, die afgewezen en verdeeld worden, en waarover impliciet en expliciet onderhandeld wordt.

Je zou ook kunnen zeggen dat de zorgethische opstellingsmethode het ‘levensondersteunende web van zorgrelaties’ concreet zichtbaar en lichamelijk waarneembaar maakt. Want de zorgethische opstelling stelt niet het rationele denken maar de lichamelijke waarneming centraal. Het is bijvoorbeeld belangrijke informatie wanneer iemand zich op haar plek in de opstelling zeer ongemakkelijk voelt en de neiging voelt om haar lichaam weg te draaien van degene naast wie ze geplaatst is. Of in één oogopslag maakt de opstelling duidelijk dat twee verpleegkundigen met al hun goede bedoelingen letterlijk wel héél erg dicht op de patiënt zijn komen te staan, waardoor die een benauwd en beklemmend gevoel ervaart, en er geen contact tussen de familieleden en verpleegkundigen mogelijk blijkt te zijn.

De fysieke waarneming volgen

En daar blijft het dan niet bij: de representanten worden uitgenodigd hun lichamelijke gewaarwordingen en gevoelde beweging te volgen; zij kunnen van plek veranderen, een emotie of gevoel uitdrukken. Elke nieuwe beweging en positie in de opstelling heeft invloed op de andere deelnemers, en zo wordt samen al voelend en uitproberend gezocht naar de ‘ideale situatie’ waarin iedereen zich op een plek voelt staan die ‘klopt’. Pas daarna, na afronding van deze fysieke opstelling, vindt er een dialogisch gesprek plaats over goede zorg en de verdeling van zorgverantwoordelijkheden binnen de betreffende zorgpraktijk. Een gesprek dus niet op basis van abstract denken, maar vanuit wat de deelnemers zelf letterlijk aan den lijve ondervonden hebben in de opstelling.

Lichamelijke verwevenheid en zorgrelaties met alle levensvormen

Met het doorontwikkelen van deze zorgethische methode voor morele reflectie, waarin juist onze prereflectieve kennis wordt aangeboord, hebben we de fenomenologische uitgangspunten (wij zijn in de wereld met ons lichaam en kennen die wereld via ons lichaam) in een concrete werkvorm gegoten. En geen enkele vorm is ooit helemaal af. Zorgethiek is continu in ontwikkeling. Dat is ook waarom de zorgethische opstellingsmethodiek een plek heeft gekregen in de herziene versie (2022) van het Basisboek Zorgethiek. Over menslievende zorg, moreel beraad en de motivatie van verpleegkundigen van Inge van Nistelrooij. Hopelijk inspireert het de lezers om de waarde van deze methodiek zelf te gaan ervaren, en deze verder te blijven ontwikkelen en verfijnen.

Tot nu toe is de zorgethische opstellingsmethode gebruikt om relaties en verantwoordelijkheden tussen menselijkelijke wezens zichtbaar en lichamelijk waarneembaar te maken. In het afgelopen decennium wordt zorgethische theorie steeds meer betrokken op de vormen van ecologische crisis en de schade die door menselijk toedoen berokkend wordt aan het web van leven op deze planeet. Dit roept nieuwe zorgethische vragen op: wat is goede zorg wanneer zorgpraktijken niet alleen betrekking hebben op wat mensen onderling vormgeven?

Hoe zou morele ruimte eruit zien wanneer we niet alleen mensen en door mensen gevormde actoren (zoals overheidsbeleid of instituties) een plek geven in de zorgethische opstelling, maar ook representanten van andere wezens in het gehele web van leven waarvan wij mensen slechts een ónderdeel zijn? Wij zijn wezens met een lichaam, diep en onlosmakelijk verweven met al het andere leven op deze planeet, van micro-organismen tot oceanen. Laten we die verwevenheid meer en meer zichtbaar en voelbaar maken, en een plek geven in zorgethische morele ruimte(n)!

Meer ontdekken?

In de wetenschappelijke publicatie Embodying moral space: Exploring a care ethical constellation tool for moral deliberation(Baur, Breed & Visse, 2022) is te lezen hoe de zorgethische opstellingsmethode bijdraagt aan een belichaamde vorm van politieke zorgethiek.

Een artikel van


2 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Mady Heemskerk-Paternostre

Wat zou het mooi zijn om dit in het verpleeghuis waar ik werk in te zetten als proces versneller/verbeteraar.
De dynamieken tussen bewoner, familie en zorg is in sommige gevallen verstoord en krijg je de de vinger er niet op om tot een goede oplossing te komen. Nu meerdere keren gezien dat dit (ernstig) ten koste gaat van het welbevinden van de bewoner en de kwaliteit van zorg. Zeker in het geval dat er dementie of cognitieve achteruitgang in het spel is.