10 – 13 minuten

0 reacties

Toen ik in de New York Times een foto van een slapende baby in een groen omslagdoek zag, werd ik getroffen door de gelijkenis met de doek die wij bij al onze drie kinderen gebruikt hebben toen zij nog baby waren.

Volgens de Amerikaanse schrijfster Richelle Goodrich is een moeder ‘a child’s first looking glass into the world’, maar ik zou dit willen omdraaien. Ik denk dat een kind ook een eerste kijkvenster kan zijn voor een ouder om opnieuw naar de wereld te kijken. Wat zorgethiek tot zo’n speciale vorm van ethiek maakt is dat het mij op een vergelijkbare manier helpt om anders te kijken en niet direct onderscheid te maken tussen mijn ervaringskennis als vader, als politiek geëngageerd burger, of als wetenschapper.

Unieke kennis

Het bijzondere aan de zorgethiek is ook dat kenners niet gezien worden als zogenaamde neutrale redeneerders die onafhankelijk tot dezelfde contextvrije, universele regels komen, zoals vaak het geval is bij meer conventionele ethische theorieën. Zorgethische kenners gebruiken hun ervaring met concrete situaties om hierop te reflecteren. Mijn vaderschap leidt tot wat zorgethica Vrinda Dalmya relationele nederigheid noemt, als kenner ‘vervuil’  ik mezelf tenslotte in ‘de rommelige wereld’ van interpersoonlijke relaties. Door mijn zorgverantwoordelijkheid voor mijn kinderen, dwingen hun emotionele en fysieke eisen mij opmerkzaam te zijn op de behoeften van degene die verzorgd wordt. Om dit bekwaam te doen kan ik het mij niet veroorloven mezelf als de neutrale, enige, ware kenner van hun belangen te zien. Ik moet mijn oren richten naar de grond, naar hun niveau. Ik moet hun behoeften leren zien.

Met andere woorden, zorgethiek gaat er niet alleen vanuit dat alle direct betrokkenen over unieke vormen van kennis beschikken die relevant zijn voor ethische afwegingen, maar het is ook een ‘meebewegende ethiek’ die vertrekt vanuit diversiteit, contextualiteit en uniciteit.

Laat ik daarom iets meer vertellen over de context en uniciteit van baby Constantin waar het in de New York Times over ging. Want zo heet hij: Constantin.

Context: Opgroeien in een Roma gemeenschap in Roemenië

Toen de ouders van Constantin als kinderen opgroeiden in hun kleine heuveldorp Olteni in Roemenië, waren Vasile en Florentina Mutu al veroordeeld tot een vorm van gedwongen arbeid, namelijk elke dag op pad om geld te bedelen voor eten. Ze zijn immers lid van een van de meest arme gemeenschappen in Roemenië, namelijk de Roma.

De Roma kennen in Europa een verschrikkelijke geschiedenis van achterstelling, uitsluiting die nog steeds voortduurt. Ook in Roemenië, EU-land en lid van NAVO, is uitsluiting van scholen, banen en sociale diensten aan de orde van de dag voor de Romagemeenschap. Een van de meest weerzinwekkende praktijken die de Roma wordt aangedaan is die van gedwongen sterilisaties, wat door verschillende mensenrechtenorganisaties ook is gedocumenteerd. Overigens ontspringt Nederland hierin niet de dans, want tot 1 juli 2014 werden immers Nederlanders die hun geslachtsregistratie wilden wijzigen verplicht om sterilisatie te ondergaan, waarvoor pas in 2020 door het kabinet excuses is gemaakt.

Helaas is bij de moeder van baby Constantin iets vergelijkbaars gebeurd. Want hoewel hun overige kinderen thuis waren geboren, moest Constantin vier jaar geleden worden gehaald met een keizersnede. In een waas van pijn terwijl ze aan het bevallen was, tekende Florentina documenten die ze niet kon lezen. Toen ze terugkeerde naar het ziekenhuis voor een afspraak om haar herstel te controleren, vertelde een medewerker haar dat de arts ook een afbinding van de eileiders had uitgevoerd zonder haar medeweten. Zij en haar man waren van plan om meer kinderen te krijgen. Ze waren er kapot van.

Zorgethiek wil mensen in kwetsbare posities een stem geven en serieus nemen, opdat zij zelf tot ethisch te verantwoorden afwegingen kunnen komen die relevant zijn voor hun specifieke context. Dat was helaas bij Florentina duidelijk niet het geval. Niet verwonderlijk dat het gezin Mutu na de geboorte van Constantin definitief uit Roemenië wilde vertrekken.

Een precaire reis

Toen Constantin 2 maanden was, smeedden Vasile en Florentina een plan: ze zouden proberen asiel aan te vragen in de Verenigde Staten met hun twee jongste kinderen en de anderen over laten komen als gevestigd waren. Binnen enkele weken hadden de Mutu’s hun huis verkocht om een ​​man te betalen die hen via Mexico naar Amerika zou brengen. Slechts één koffer met luiers en wat kleding kon mee. In het vliegtuig kreeg Constantin koorts. Mexico-Stad was een werveling van chaos en lawaai, maar uiteindelijk ontmoetten ze een smokkelaar die hen naar een overvolle bus leidde die op weg was naar de grens.

In de volgende uren in die bus zorgden ze om de beurt voor Nicolas, hun vierjarige en voor Constantin, die steeds warmer begon aan te voelen. Toen ze de grens naderden, stapten ze uit bij een halte en splitsten ze zich op om medicijnen te zoeken. Maar toen Vasile met de baby terugkwam bij de halte waren zijn vrouw en andere zoon spoorloos. Hij haalde zijn telefoon tevoorschijn om zijn vrouw te bellen, maar beiden hadden hun minuten opgebruikt door terug te bellen naar hun andere kinderen in Roemenië. In paniek betaalde hij een taxichauffeur om hem en baby Constantin naar de voetgangersbrug naar de VS te brengen, in de veronderstelling dat hij zijn vrouw kon bellen als ze de grens waren overgestoken. Het was donker buiten toen hij een immigratiebeambte bereikte die buiten de Amerikaanse grens was gestationeerd. Hij vertelde de agent dat hij politiek asiel wilde en werd opgenomen voor een verhoor met behulp van een tolk aan de telefoon. Vasile legde uit dat hij zijn vrouw en zoon onderweg was kwijtgeraakt en wat hen was overkomen in Roemenië. Een handvol agenten kwam plotseling de kamer binnen. Ze namen Constantin van Vasile af en boeiden hem aan handen en voeten.

Gescheiden worden van je kind

‘De politie veegde met mij de vloer aan’, vertelde hij later hierover, terwijl hij de kamer uit werd gesleurd en Constantin achterbleef bij een paar officieren. ‘Ik begon te huilen omdat ik niet wist wat ik moest doen. Ik kon geen Engels spreken. Ik zei tegen hen: “Ik begrijp het niet. Waarom?”’

Volgens zorgethica Sara Ruddick roept de confrontatie met kwetsbaarheid bij mensen of agressie op, of zorg: ‘Children are vulnerable creatures and as such elicit either aggression or care’ (Ruddick, 1989, p.166). En de angstige of recalcitrantie reactie die getriggerd wordt, leidt vervolgens weer tot extra agressie. Er zijn verschillende redenen waarom mensen die zorg ontvangen recalcitrant kunnen worden: de zorg is niet goed, de zorg komt niet tegemoet aan de behoefte, of degene die zorg ontvangt, of wil niet op deze manier verzorgd worden. Of, zoals in het geval van Vasile, als hij zonder reden wordt gescheiden van zijn vier maanden oude zoon en hier tegen protesteert. Als dit gebeurt, dan kan volgens Ruddick een tegenreactie zijn, dat andere betrokkenen vervolgens boos of agressief worden. Dit antagonisme doet zich uiteraard ook in het groot voor, bijvoorbeeld als landen met elkaar in conflict zijn. Vaak wordt dan geantwoord met nog meer controle en dwang tegen de ander: er wordt een beschermend beleid gevoerd. De zogenaamde ‘goede’ mensen worden beschermd tegen de zogenaamde ‘slechte mensen’. In zo’n samenleving is sprake van hiërarchie, met kwetsbaarheid en angst als pijlers.

Zorgethiek, specifiek in de vorm van het werk van Joan Tronto, biedt ook een ander model dat niet uitgaat van bescherming, controle en hiërarchie, maar van solidariteit en democratie: van de acties van burgers samen. Dit noemt zij democratische zorg, democratic care. Bij democratische zorg gaat het volgens haar om de toebedeling van verantwoordelijkheden voor zorg. Daarbij is het belangrijk dat iedereen – man, vrouw, zwart, wit, hooggeschoold, laaggeschoold, gedocumenteerd en ongedocumenteerd en alles daar tussenin – deel neemt aan dat proces van verdeling en de uitvoering ervan.

Blijvende onduidelijkheid

Intussen was Florentina Mutu weer terug bij de bushalte met Nicolas, waar ze huilend op een bankje zat sinds ze had ontdekt dat haar man en baby waren verdwenen. Toen kreeg ze een telefoontje van haar moeder. Grensbeambten hadden haar in Roemenië bereikt en legden uit dat Florentina en Nicolas ook zou worden gearresteerd als ze de grens zou oversteken. Haar familie in Roemenië probeerden om snel geld bij elkaar te schrapen om in elk geval Florentina en Nicolas thuis te krijgen.

Ondertussen werd Constantin bij een pleeggezin in Michigan geplaast, 3000 km verderop, terwijl Vasile nog steeds in hechtenis zat. Hij zakte steeds dieper weg in een depressie. Hij kon niet slapen en weigerde het meeste voedsel dat hem werd aangeboden. Hij huilde zo veel dat zijn celgenoten hem een aantal keer in elkaar trapten om hem stil te maken. Hij dacht erover zelfmoord te plegen. ‘Niemand vertelde me iets. Ze zeiden steeds dat ik moest wachten.’

Twee maanden na zijn detentie kwam een ​​immigratiebeambte naar Vasile met een aanbod. Als hij zijn asielaanvraag zou opgeven, zou hij samen met baby Constantin worden teruggestuurd naar Roemenië. Hij stemde toe en op 3 juni 2018 werd hij uit zijn cel vrijgelaten en in een busje geladen.

Hij zocht overal naar Constantin en vroeg de officieren waar zijn zoon was, maar kreeg geen duidelijk antwoord. Op de luchthaven weigerde hij aan boord te gaan zonder de baby. De immigratiebeambten, vertelden hem dat Constantin aan hem zou worden overhandigd zodra hij zijn plaats had ingenomen. Maar het vliegtuig steeg op en de baby kwam niet.Toen Vasile thuiskwam, voelde het meer als een begrafenis dan als een feest.

Terwijl de maanden voortsleepten met wachten op zijn dag in de immigratierechtbank, vestigde Constantin zich in een routine met zijn pleeggezin, in hun comfortabele huis ergens in het landelijke Michigan.

Constantin was nog opnieuw in de groene omslagdoek gewikkeld toen hij voor de federale immigratierechtbank in Detroit verscheen, vier maanden na zijn aankomst in Michigan, op 14 juni 2018. Tijdens de vijf minuten durende procedure brabbelde hij op de schoot van zijn pleegmoeder. Zijn pro bono wettelijke vertegenwoordiger verzocht hem zo spoedig mogelijk op kosten van de regering naar Roemenië terug te keren. Een advocaat van het Department of Homeland Security verzette zich nog tegen het verzoek en verklaarde dat Constantin als ‘aangekomen vreemdeling’ niet in aanmerking kwam voor dergelijke hulp. De rechter oordeelde echter snel tegen deze advocaat, willigde het verzoek van Constantin in en gaf de regering drie maanden om in beroep te gaan of hem naar huis te brengen.

Zorg als fundamenteel kenmerk van het menszijn

Tegen de tijd dat Constantin’s ticket werd geboekt – een paar weken nadat president Trump, geconfronteerd met een golf van publieke verontwaardiging, het gezinsscheidingsbeleid had ingetrokken – was hij negen maanden oud en had hij het grootste deel van zijn leven gespendeerd in de bewaring van de Amerikaanse regering. Florentina en Vasile Mutu hadden de nacht voor de reünie met hun baby niet geslapen. Ze stonden bij de bagageband op het vliegveld van Boekarest toen ze Constantin eindelijk zagen aankomen in de armen van zijn pleegmoeder. Ze gaf de baby aan zijn moeder, maar hij gilde en reikte terug in de andere richting, zijn gezicht verfrommeld in een knoop van angst.

Zorgethiek is een ethische stroming die ‘zorgen’ beschouwt als een fundamenteel kenmerk van het menszijn en daarmee als een startpunt voor het denken over politiek en samenleving. Zorgethiek biedt een wezenlijk andere kritische invalshoek om de ethische dimensie van verschillend beleid (waaronder immigratiebeleid) te evalueren en alternatieve beleidsrichtingen aan te dragen. In het benadrukken van de intrinsieke samenhang van het persoonlijke met het politieke is zorgethiek daarmee ook de meest geschikte vorm van ethiek om de huidige wereld in al zijn complexiteit zo goed mogelijk te doorgronden.

Deze column is uitgesproken tijdens de boekpresentatie Basisboek Zorgethiek op 31 augustus 2022.

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *