4 – 5 minuten

0 reacties

Hoe pakte het coronabeleid uit voor kwetsbare groepen in onze samenleving, en welke lessen kunnen we hieruit trekken? In het rapport Zorgzaam uit de crisis beschrijven onderzoekers van de Universiteit voor Humanistiek welke impact de beleidskeuzes hadden op groepen in de samenleving die op verschillende manieren met kwetsbaarheid te maken kregen. Ook reflecteren ze op de morele logica van de crisisrespons, en bieden ze vijf uitgangspunten die helpen om beleid zorgzamer en inclusiever, en de samenleving veerkrachtiger te maken.

Onderzoekers van de leerstoelgroep Zorgethiek interviewden meer dan zestig mensen die tijdens de coronacrisis extra kwetsbaar waren en mensen uit hun zorgnetwerk. Het gaat om mensen met een licht verstandelijke beperking in zorginstellingen, ouderen met zorg of ondersteuning thuis, nabestaanden van wie tijdens de crisis een naaste in het hospice is overleden en ongedocumenteerden en asielstatushouders en hun zorgverleners. Ook organiseerden ze rondetafelgesprekken met belangenbehartigers, zorgbestuurders, en beleidsambtenaren. Daarnaast analyseerden ze de brieven die het Ministerie van Volksgezondheid, Sport en Welzijn (VWS) tijdens de eerste coronagolf naar de Tweede Kamer stuurde om het crisisbeleid toe te lichten. Zo werd duidelijk wat de uitgangspunten van het beleid waren, hoe die uitwerkten en hoe beleid in de toekomst zorgzamer en inclusiever zou kunnen. Het rapport Zorgzaam uit de crisis biedt op basis van alle gesprekken vijf uitgangspunten voor beleid.

Gestapelde kwetsbaarheid

Een centrale term in het beleid was de bescherming van de kwetsbaren in de samenleving. Daarbij lag de nadruk sterk op lichamelijke kwetsbaarheid. Andere vormen van kwetsbaarheid werden zeker in de eerste maanden niet gezien en niet meegewogen. Het gaat dan bijvoorbeeld om sociale kwetsbaarheid door eenzaamheid en financiële kwetsbaarheid doordat het werk opeens ophield. Soms hadden ouderen moeite met de term kwetsbaarheid en de manier waarop ze beschermd werden, terwijl andere groepen, zoals ongedocumenteerden, in eerste instantie vaak niet eens in beeld waren bij beleidsmakers. Juist bij groepen die niet gezien werden is er een groot risico op een stapeling van problemen en kwetsbaarheden. Er is daarom herstelbeleid nodig voor die groepen die extra hard zijn geraakt door de crisis en het maatregelen. Daarbij moeten ook zorgmedewerkers een prominente plek krijgen.

Noodzakelijke waardenafweging

In het crisisbeleid van de overheid kwam de term noodzaak vaak voor. Corona vroeg om drastische maatregelen en de overheid suggereerde dat ze niet anders kon handelen dan ze deed. Maar een verwijzing naar noodzaak is nooit neutraal. Er zit altijd een waardenafweging achter over welke noden en behoeften prioriteit zouden krijgen. Ook noodzakelijk beleid vraagt dus om een transparante verantwoording. Bovendien wordt de noodzaak tot ingrijpen ook minder als er buiten de crisis wordt geïnvesteerd in een veerkrachtige samenleving en een krachtig zorgdomein zodat er meer ruimte is om met onverwachte crises om te gaan.

Eerlijke verdeling verantwoordelijkheden

Tijdens de coronacrisis riep het kabinet burgers steeds weer op hun verantwoordelijkheid te nemen in het indammen van de pandemie. Burgers en zorgbestuurders voelden echter niet altijd de ruimte om die verantwoordelijkheid vorm te geven op een manier die bij henzelf of hun instelling paste. Inmiddels is daar gelukkig meer ruimte voor. Wel is het van groot belang om steeds weer te kijken of verantwoordelijkheden in de samenleving wel eerlijk verdeeld worden en of er niemand buiten de boot valt. De coronacrisis heeft bijvoorbeeld laten zien hoe cruciaal de rol van mantelzorgers is en dat voorkomen moet worden dat zij teveel druk op hun schouders krijgen.

Betekenisgeving

Voor veel mensen was de coronacrisis ook een zingevingscrisis. Belangrijke betekenisgevende activiteiten zoals vrijwilligerswerk, dagbesteding en culturele activiteiten vielen weg. Buurthuizen gingen dicht en ontmoetingen werden schaars. Veel geïnterviewden gaven aan dat ze minder zin in het leven kregen. Het diepere belang van zingeving, juist in een crisistijd, werd door het kabinet maar beperkt gezien. Juist in een samenleving die langzaam herstelt van de crisis is het belangrijk te investeren in betekenisvolle activiteiten zoals dagbesteding, sociale werkplaatsen en buurthuizen.

Vertrouwen

Na een aanvankelijke toename verminderde het vertrouwen in de overheid uiteindelijk weer. Vertrouwen bestaat niet alleen uit de overtuiging dat de overheid in staat is om burgers adequaat bij te staan en daarbij integer handelt, ook is het belangrijk dat burgers de overtuiging hebben dat de perspectieven van alle burgers worden meegenomen in politieke afwegingen. Inclusieve vormen van beleidsontwikkeling zijn daarom van groot belang. Uitgaan van de betrouwbaarheid van burgers, zorginstellingen en andere partners is cruciaal om het vertrouwen tussen samenleving en overheid te herstellen.

Download rapport

Download verantwoording

Informatie

Lees hier meer over het project en bekijk de eerder verschenen factsheets.

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *