19 – 25 minuten

0 reacties

Deze filosofische denkbeelden helpen om over de menselijke existentie anders na te denken, namelijk als ten diepste relationeel. Moederschap komt in een ander kader te staan, waardoor ook andere ethische vragen opkomen, die niet zozeer draaien om de strijd om rechten, maar om het zien van verwevenheid. Deze abstracte filosofische taal van gelaagde relationaliteit spitsen we hieronder toe op de concrete geboortezorgpraktijk. Hoe is deze geframed en wat zou een schets van deze andere, relationele denkwijze op kunnen leveren voor deze praktijk?

Relationaliteit en geboortezorg

In het Nederlandse zorgsysteem van zwangerschaps- en bevallingszorg, zoals bijvoorbeeld beschreven in het nieuwe standaardwerk ‘Integrale geboortezorg. Samen bevalt goed’ (Wildschut & Boesveld, 2018), wordt het belang van zowel moeder als kind benadrukt. In de bijdragen uit dit boek blijkt dat een belangrijk (misschien wel: het belangrijkste) doel van deze zorg is om de internationaal ongunstige Nederlandse perinatale sterftecijfers terug te dringen. Vanuit een individualistische medische ethiek worden de belangen van moeder en baby als tegenstrijdig geconstrueerd, en worden moeder en kind in een dichotomie geplaatst.

Ons alternatief bestaat uit een relationele benadering van het geboortejaar én vruchtbaarheid als existentiële fenomenen die niet-individualistisch van aard zijn, maar wél (relationele) autonomie waarborgen. Het unieke Nederlandse systeem waarin 85% van de zwangeren onder begeleiding van verloskundigen staat, biedt mogelijkheden om langdurig samen op te trekken en daarbij diepgaand in gesprek te gaan over zwangerschap, bevallen en de zorg voor moeder en kind na de geboorte. Een relationele ethiek vraagt daarbij dat nagedacht wordt over de specifieke relationaliteit van zwangerschap en bevallen, én dat gekeken wordt naar manieren om hiervoor de praktijken (verder) te ondersteunen.

Wij sluiten aan bij pleidooien voor ‘woman-centered care’, omdat de stem, het perspectief en de ervaring van vrouwen in het centrum van de aandacht van zorgprofessionals moeten staan. In de professionele praktijken van zwangerschaps- en bevallingsbegeleiding kan op dit vlak nog meer gebeuren om de vrouw die we in het centrum willen zetten beter te leren kennen en begrijpen, vanuit psychologisch, ethisch en existentieel oogpunt. Dit vraagt om maatwerk, om steeds opnieuw deze concrete persoon, haar achtergrond en ervaringen, haar hoop en vrees, haar beleving van de zwangerschap en ideeën over de bevalling te leren kennen. Dit vraagt om een benadering die zich niet beperkt tot risico’s, maar die mensgericht is en ter sprake brengt wat als goed en zinvol wordt ervaren. Daarin moet het gesprek steeds gericht zijn op de relatie, op de pluraliteit van de zwangerschap en bevalling; en dit kan niet vanuit een individualistisch filosofisch en ethisch kader. De vrouw die centraal staat ís verwachting en is daarmee de relationaliteit en pluraliteit van het verwachten van het kind; dit betekent dat het kind in haar, en dus ín ‘woman-centered care’ is gewaarborgd. Om oprecht ‘woman-centered care’ in de context van geboortezorg te leveren, moeten we de ontologische relationaliteit en pluraliteit van vruchtbaarheid, zwangerschap, geboorte en vroeg ouderschap diepgaander bestuderen, zodat er samen met betrokkenen in deze praktijken onderzocht wordt hoe de begeleiding meer hierop gericht kan zijn. Geesteswetenschappelijke vragen dienen daarin centraal te staan: ethische, existentiële en politieke kwesties moeten beantwoord worden in een combinatie van filosofisch-conceptuele studies en empirisch onderzoek.

Wij concluderen dat nieuw onderzoek nodig is dat bottom-up gebeurt, in de specifieke context van de Nederlandse geboortezorg met de stevige positie die verloskundigen daarin innemen, en die uitstekende kansen biedt voor een dergelijke relationele benadering. Internationaal gezien worden we om ons systeem benijd, maar het staat ook onder druk. Onze overtuiging is dat onderzoek kan helpen om gaten in onze inzichten te vullen rondom genoemde kwesties en de zorgpraktijken rondom zwangerschap en geboorte te (helpen) verbeteren. ■


Summary

In health care and ethics attention for pregnancy and birth is often focused upon the child. Less attention is paid to the mother’s perspective. Within ethics an individualistic approach of mother and foetus dominates, resulting in a separation of their interests and a subsequent undervaluation of the mother’s interest. An alternative relational ethical approach could offer a counterbalance, to increase philosophical insights into pregnancy and to improve care practices concerning pregnancy and birth. New research could shed more light on the ethical and existential questions concerning the mother, in a time when international political and medical developments put pressure upon the position of women.

Referenties

Websites

Auteurs: Inge van Nistelrooij & Rodante van der Waal

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *