Hoe word je een Bianca
Dirk Pool & Anne Goossensen

7 – 9 minuten

0 reacties

Wat mogen mensen hopen en verwachten als ze in de zorg terechtkomen? Waar kunnen zorgvragers op rekenen? En wat als warmte en medemenselijkheid in de zorg ontbreekt?

In het boek Hoe word je een Bianca? schrijven Dirk Pool en Prof. dr. Anne Goossensen samen over een zorgervaring die Dirk in 2012 zelf meemaakte. Door de combinatie van dagboekverhalen, beschouwende passages en reflectie-uitdagingen is het een boek dat je grijpt en uitdaagt over je eigen professionele handelen na te denken. De kritische reflectie van Dirk op zijn zorgervaring is een hulpmiddel voor iedereen om gevoeliger te worden voor het perspectief van de zorgvrager.

Dirk

Wanneer Dirk een ongeluk met zijn scooter meemaakt  breekt hij zijn linkerenkel en rechterheup. Dirk moet op dat moment plots accepteren dat hij twee maanden aan een bed gekluisterd is. Tijdens de opname in het ziekenhuis en het revalidatieproces in het verzorgingshuis houdt Dirk een digitaal, openbaar dagboek bij.  Een prachtige verzameling van verhalen die  herkenning, bewondering, verwondering en verbazing oproepen. Dirk schrijft samen met Anne over afhankelijkheid, autonomieverlies en goede zorg. Dirk toont dat sensitieve afstemming op de mensen voor wie wordt gezorgd noodzakelijk is voor hun ervaring van zorgzaamheid.

Goede zorg

De zorg is vaak gericht op de ziekte of de aandoening van de zorgvragers, daar komen ze immers voor. De medische zorg is erop gericht om te behandelen en te genezen, symptomen te verhelpen en mensen ‘beter’ te maken. Bij het denken over kwaliteit van zorg speelt er een spanning tussen de algemeen geldende principes die slaan op de kwaal en de ziekte versus het unieke van de persoon die het betreft. Goede zorg leveren, volgens zorgethische opvattingen, begint met ontvankelijk worden voor de noden van deze unieke persoon die afhankelijk is geworden en waar zelfs een liftbezoek niet meer normaal is.

‘Toen ik bij de lift aankwam stond er iemand aan het lift raam met zijn rug naar mij toe. Op de een of andere manier was dat heel spannend. Er stond iemand in die lift. En als die zich zou draaien zou die mij zien in mijn rolstoel. Wat daar voor spannends aan is weet ik niet. Maar spannend was het.’

Patiënt centraal

[pullquote]57 dagen in een verzorgingshuis[/pullquote]Binnen de zorg is het patiëntenperspectief een belangrijk aspect geworden. De patiënt staat centraal met zijn wensen en behoeften. Dit vraagt van de zorgverlening om de patiënt te zien binnen een unieke situatie en niet als systemisch product. Toch blijkt de wijze waarop nu over patiëntenperspectief nagedacht wordt nog niet overeenkomt met de ervaring van Dirk.

‘Vrijdagmiddag had ik in de middag een discussie met een verzorgster, type vrachtwagenchauffeur met een klein hartje en een bril waarachter dan weer vastberaden, dan weer achterdochtige, dat weer natte ogen, je zonder te veel hartstocht in de gaten houden.  “U mag zelf kiezen, of u eet vandaag niet mee of een andere dag.” “Nou ik ben ook graag op mijzelf, ik vind het geen probleem om mee te eten, maar er zijn ook momenten dat ik er voor kies alleen te eten.” “Ja, nee, dat gaat niet, je eet of nu niet mee, of je eet morgen niet mee, maar voor de rest moet je gewoon met de groep mee-eten.” “Ja maar ik eet graag toch ook af en toe alleen, ik heb geen hekel aan de groep, maar zo ga ik daar graag me om.” “Nee, daar gaan we niet aan beginnen. Het is belangrijk dat je aan het groepsproces meedoet.” Verder leek er geen discussie mogelijk.’

Liefdeloos

Het gaat volgens Anne om de sensitiviteit van zorgprofessionals om het perspectief van de zorgvrager in te nemen. Dit is niet gemakkelijk. Het gaat over of hij zich gezien en gehoord voelt in wie hij is, of misschien wel ‘was’ voordat Dirk werd opgenomen. Het begrip wat een opname met een mens doet. Anne pleit om bij het denken over goede zorg steeds de kwaliteit van de aansluiting op patiënten voorop te stellen. Wanneer dit gebeurt vindt er een omdraaiing plaats. Patiënten hoeven zich niet ondergeschikt te maken aan een systeem, maar verzorgenden realiseren zich in al hun handelen dat het te doen is om de patiënt. Dat die de bestaansrecht van hun organisatie vormen, niet de organisatiesystemen.

‘Een tafel verderop zat mijn buurman die ik nog gesproken heb voordat wij aan de lunch gingen. Hij wil zo graag op bed liggen zegt hij, maar dat mag niet. Dit om problemen met zijn longen te voorkomen. Maar hij voelt zich in het geheel niet prettig, ervaart overal pijn en zou het liefst liggen. Ik begon er over dat je er toch wel over zou moeten kunnen praten en een beetje moet kunnen krijgen wat je wilt en ik huichelde een beetje alsof ik niet wist dat dit niet zo makkelijk was. Mijn buurman begon te mopperen en zei mij: “Weet je het liefst zou ik het zo nu en dan willen uitschreeuwen. Maar die meisjes zijn allemaal zo vriendelijk en gedragen zich zo aardig.” Waarop ik zei dat die vriendelijkheid wel een beetje leeg en soort hartelijkheid was, lief zonder inhoud. Dus eigenlijk liefdeloos. Waarop hij bevestigend knikte en met zijn voeten op bed in zijn stoel ging zitten en zijn koptelefoon opdeed.’

foto: Heleen Klop

Anne Goossensen

Volgens Anne illustreert wat Dirk en zijn buurman beschrijven duidelijk dat op een standaard kwaliteitscriteria als vriendelijkheid niets op te merken is, echter het een leegomhulsel blijft. Vriendelijkheid alleen is niet voldoende om echt aan te sluiten en oog te hebben voor hoe kwetsbaar en afhankelijk de situatie is waarin Dirk en zijn buurman zich verkeren.

Bianca

Voor Dirk was het toonbeeld voor goede zorg Bianca. Het bijzondere van Bianca is dat er ruimte is voor de ander. Bianca ziet Dirk en zijn behoeften, luistert en is aanwezig. Dirk wordt gezien, er is oprechte aandacht.

‘Bianca’s zijn dun gezaaid. (…) Bianca heeft oog voor je behoeften, en een luisterend oor, gaat behoedzaam/zorgzaam om met je lichaam bij het ondersteunen, is communicatief, informeert over je mogelijkheden en is betrouwbaar, als ze je iets belooft dan komt de belofte na. En Bianca heeft ook een soort persoonlijke belangstelling’.

Zelfgekleurdheid

Dan maakt Anne de spannende link richting het werk van Murdoch. Murdoch beschrijft dat in het waarnemen (zien, horen) sprake kan zijn van zelfgekleurdheid. Ze stelt dat onze geest voortdurend actief is en een in een zichzelf beslag nemende, vaak vertekende sluier creëert die de wereld, de ander, voor een deel verbergt. De sluier voorkomt dat we zien wat het goede is om te doen, aldus Anne. Zien en niet zien heeft dus ook met het zelf te maken. Zien dat te vol is van zichzelf, van het systeem of van haast, ziet kansen om van betekenis te zijn over het hoofd. Het onderdompelen, het leren het perspectief van de zorgvrager te zien, is een uitdaging die Anne als noodzakelijk ziet voor iedere zorgverlener.

Voor degene die het aandurft van perspectief te wisselen met de zorgvrager is het verhaal van Dirk een mooie start om mee te beginnen. Wees hierin een beetje zoals Dirk: ‘Onverschrokken, heldhaftig en baldadig’.

[bol_product_links block_id=”bol_5652d70acba6c_selected-products” products=”9200000036240150″ name=”Bianca” sub_id=”” link_color=”003399″ subtitle_color=”000000″ pricetype_color=”000000″ price_color=”DC7605″ deliverytime_color=”009900″ background_color=”FFFFFF” border_color=”CCCCCC” width=”600″ cols=”1″ show_bol_logo=”undefined” show_price=”1″ show_rating=”0″ show_deliverytime=”1″ link_target=”1″ image_size=”1″ admin_preview=”1″]

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *