5 – 6 minuten

1 reacties

Dichter, schrijver en sociaal wetenschapper dr. Ruth Koops van ‘t Jagt ontdekte dat het aanbieden van informatie over zorg in verhalende stripvorm met name ouderen beter ondersteunt bij het contact met zorgprofessionals. Het verbetert de kennis over (hun) zorg, zorgvaardigheden en daarmee hun gezondheid.

Show, don’t just tell

“Een op de drie Nederlanders heeft lage gezondheidsvaardigheden. Zij hebben meer moeite met het omgaan met ziekte en zorg. Ze maken vaker fouten met het innemen van medicijnen. En ze vinden het moeliijker om gesprekken te voeren met zorgprofessionals.” ((Radio interview dr. Kelder en Co, 28 juli 2018.))

Koops van ‘t Jagt promoveerde medio 2018 aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) op onderzoek naar de verbetering van gezondheidscommunicatie. Uit het uitgebreide literatuuronderzoek kwam onder andere naar voren dat narratieven lijken bij te dragen aan betere zorggerelateerde informatie.

Vervolgens werd een aantal (kwantitatieve) vervolgonderzoeken uitgevoerd. De onderzoekers gebruikten ook focusgroepen en rolspeloefeningen. Samen met de deelnemers aan het onderzoek verzamelden de onderzoekers inzichten en oplossingen uit de praktijk van communicatie met zorgprofessionals.

Het proefschrift is op haar website in te zien.

Strips

Het onderzoek leidde tot de ontwikkeling van verhalende fotostrips in co-creatie met de deelnemers aan het onderzoek. In deze strips ‘spelen’ acteurs veel voorkomende situaties en een fotoserie toont het verhaal. De bijbehorend teksten en tips worden getoond in verhaalbalonnetjes, zoals we die kennen van strips. De strips tonen op herkenbare wijze hoe mensen met een lastige situatie bij de dokter kunnen omgaan.

De strips moeten mensen helpen hun communicatievaardigheden te verbeteren en zelfvertrouwen te geven in hun (voorbereiding op) gesprekken met zorgprofessionals. Koops van ‘t Jagt richt zich daarmee vooral op mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden.

De strips zijn beschikbaar als een stripboek, maar er zijn ook video’s gemaakt van de strips.

Zelfmanagement

Er is vanuit de politiek toenemende aandacht voor thema’s als zelfmanagement, verantwoordelijkheid, autonomie, in de gezondheidszorg. In een snel veranderende samenleving is het goed dat er aandacht is voor het overbrengen van de informatie, om aan verwachtingen van het voeren van de eigen regie(autonomie) over het zorgproces te kunnen voldoen.((Zelfredzaamheid van ouderen, 13/06/2018. Gezondheidsraad.)), ((Gezondheidsraad. Laaggeletterdheid te lijf. Signalering ethiek en gezondheid, 2011/1. Den Haag: Centrum voor ethiek en gezondheid, 2011.)) Om zelf die regie te kunnen voeren, is goede informatie noodzakelijk. Desondanks lieten de huisartsen in 2018 weten dat de patiëntenfolders in de wachtkamers zullen gaan verdwijnen. De website Thuisarts.nl van de NHG gaat de papieren folders vervangen.

Koop van ‘t Jagt toont in haar onderzoek aan dat de gezondheidsinformatie van patiëntenfolders al niet voor iedereen toereikend begrijpelijk was. Een deel van de mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden zijn daarnaast ook laaggeletterd en hebben beperkte digitale mogelijkheden of vaardigheden. Voor hen wordt het dus nog moeilijker om aan begrijpelijke en bruikbare zorginformatie te komen, wanneer verwacht wordt dat iedereen het internet kan en zal raadplegen.

En dat terwijl beperkte gezondheidsvaardigheden een duidelijke samenhang heeft met een slechtere gezondheid. Mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden bezoeken vaker de huisarts met klachten. Ze zijn daarnaast ook minder goed in staat om de juiste beslissingen of preventieve maatregelen te nemen. ((Pharos))

Op basis van bovenstaande kennis zou je kunnen stellen dat juist niet alle patiëntenfolders zouden moeten verdwijnen uit de wachtkamers, maar dat deze moeten blijven en toegankelijker zouden moeten worden. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van beeldverhalen.

“Een op de drie Nederlanders heeft lage gezondheidsvaardigheden”

Ruth Koops van ‘t Jagt

Aansluiting

In een ideale (zorgethische) zorgpraktijk zou de zorgprofessional aandacht hebben voor de beste manier van aansluiten bij de patiënt en zijn informatievoorziening daarop afstemmen. Maar dit is helaas niet het geval.

In 2011 reageerde het Centrum voor ethiek en gezondheid (CEG) kritisch op het uitgangspunt van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) dat iedere Nederlander zou moeten beschikken over allerlei basisvaardigheden, zoals lezen, digitale vaardigheden en gezondheidsvaardigheden. Volgens het CEG zijn deze uitgangspunten gebaseerd op een ideaaltypisch mensbeeld in plaats van op de realiteit. Patiënten zijn veel minder goed in staat zijn tot het maken van rationele keuzen dan wordt verondersteld.

Het CEG is van mening dat beleid gebaseerd op deze uitgangspunten dus niet zal aansluiten bij iedere Nederlander. Mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden en laaggeletterdheid worden dan uitgesloten van de maatschappij en kampen daardoor, naast andere gerelateerde sociale-economische problemen, met een slechtere gezondheid.

Het CEG legt ook een verbinding tussen het bekritiseerde ideaaltypisch mensbeeld en de beoogde gelijkwaardigheid tussen zorgverleners en patiënten. Van deze gelijkwaardigheid is volgens het CEG nog steeds te weinig sprake. Hierbij speelt communicatie een belangrijke rol. Niet alleen zou er meer aandacht moeten zijn voor communicatie in de professionele richtlijnen. Ook de patiënten zouden hierin beter moeten worden gecoached en geschoold. Beleidsmakers worden opgeroepen zich minder te richten op gemiddelden en individuele patiëntenkenmerken. Bij die kenmerken wordt er over het algemeen alleen gekeken naar ziektegebonden verschillen van mensen en individuele kenmerken als laaggeletterdheid over het hoofd gezien. ((Gezondheidsraad. Laaggeletterdheid te lijf. Signalering ethiek en gezondheid, 2011/1. Den Haag: Centrum voor ethiek en gezondheid, 2011.))

Een artikel van


1 reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *