2 – 3 minuten

2 reacties

Regelmatig komt dat ene zinnetje weer in mijn gedachten. Zo’n zinnetje dat mij destijds zo verraste dat ik geen antwoord kon geven. En ook zo’n zinnetje dat exemplarisch is voor een bepaalde houding in de gezondheidszorg waar ik maar niet goed de vinger op kan leggen, het heeft met verwennen te maken; cliëntgerichtheid heet dat in managementtermen. En tot slot, ook zo’n zinnetje dat mij onmiddellijk aan het grinniken brengt, zo’n domheid straalde het uit, althans in mijn ogen.
“Ja, maar dat wil hij niet”. Dat is het zinnetje, het zegt u nu nog niets.
Ik werd gebeld door een verpleegkundige van een verslavingskliniek. Een patiënt van mij was daar na vele omzwervingen uiteindelijk opgenomen, het leek mij het enige juiste voor deze man. De verpleegkundige had wat informatie nodig over medicatie. Ze was er achter gekomen dat bepaalde sterke pijnmedicatie die ik had voorgeschreven niet goed samenging met de methadon die hij gebruikte.
Een terecht signaal en we gingen op zoek naar alternatieven maar daar kwamen we niet goed uit. Ik stelde daarom voor om dan de methadon maar te minderen.
Dat bleek ze al met hem besproken te hebben: “Ja, maar dat wil hij niet”.
Het zinnetje sloeg me geheel uit het veld. Een doorgewinterde verpleegkundige uit een verslavingskliniek die zegt: “Ja, maar dat wil hij niet”.
Wacht even, zat hij daar niet omdat hij hulp wil omdat hij al jarenlang dingen doet die hij nu liever niet meer wil. Moest hij juist geen hulp bij het niet meer willen in plaats van meegaan in zijn verzoek?
Ik stamelde maar wat en probeerde mijn boodschap over te brengen, maar de deskundige aan de andere kant was mij de baas. Ze kon het dus wel, iemand de baas zijn. Maar de cliënt, tja, die was de echte baas zoals klanten in de gezondheidszorg dat toekomt.
Peter Leusink

Een artikel van


2 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ad Beckeringh

Bekend dilemma; als de klant koning is, ben ik dan zijn knechtje? Vanzelfsprekend mag de hulpverlener in dit soort situaties zijn verbijstering laten zien. Het is geen taboe om het grondig oneens te zijn met de patient. Integendeel; een verschil van inzicht (en zelfs een conflict) is prima stof om in debat te gaan met elkaar. Want een leven verslaafd aan verdovende is geen leven.

Wauw, ‘ze’ komen om hulp en daarom ben ik de baas!
Niet, hoe kunnen we samen……….??????

Nee dat is ‘het verwennen’ van de cliënt, die eigenlijk maar beter ‘patiënt’ kan blijven en ik de baas. De Báás??.

Denken in macht’s verhoudingen, waarbij de hulpgever dus automatisch superieur is aan de cliënt die eigenlijk gewoon patiënt is of juister gezegd ‘onderhorige’.

Ja hier moet ik inderdaad om ‘grinniken’, als de bekende boer met kiespijn dan.