Een verrassende les uit het Hindoeïsme

5 – 7 minuten

1 reacties

Tijdens internationale bijeenkomsten word je soms verrast door nieuwe inzichten. Daardoor ontdek je de vanzelfsprekendheid, en daarmee beperktheid, van je eigen denk- en referentiekader. Dit overkwam Carlo Leget onlangs, toen hij in een internationaal en interreligieus gezelschap meedacht over verbeteringen van het lot van ongeneeslijk zieke ouderen. Hij vertelt over die ervaring aan Zorgethiek.nu.

Levensbeschouwelijke krachtenbundeling voor zorg

“We vergeten het wel eens in onze Hollandse zelfgenoegzaamheid, maar de overgrote meerderheid van de wereldbevolking leeft in verbondenheid met een religieuze traditie. Omdat de zorg voor ouderen die ongeneeslijk ziek zijn op veel plaatsen in de wereld veel te wensen overlaat, is in Italië het idee geboren de grote wereldreligies aan te sporen om hun maatschappelijke invloed te doen gelden op dit vlak. Hoe zet je zoiets in beweging?

Door een charter te schrijven met een programma waar kort en krachtig in staat wat er verbeterd zou kunnen worden, dit door een brede groep van deelnemers te laten ondertekenen, en dan langs alle grote religieuze wereldleiders te gaan om aandacht hiervoor te vragen.

De Maruzza Foundation – genoemd naar een jong overleden dochter van een van de rijkste rederijfamilies in Italië – heeft dit anderhalf jaar geleden gedaan om het lot te verbeteren van ongeneeslijk zieke kinderen. Eind maart kwam, dankzij deze foundation, een groep van zo’n 40 mensen van over de hele wereld bijeen in Rome om hetzelfde te doen voor ouderen: van juristen uit New York tot boeddhistische religieuzen uit Taiwan, van een christelijke artsen uit Australië tot een islamitische religiewetenschapper uit Iran.

Ik was als enige Nederlander uitgenodigd vanwege mijn werk voor de EAPC. Het was een indrukwekkende bijeenkomst: vele culturen en religies, maar een gemeenschappelijke droom verbindingen te leggen en maatschappelijke structuren te openen voor ouderen die lijden.

Belang van taal en woordkeus

’s Morgens kwamen we bijeen in vier groepen om 5 programmapunten te formuleren vanuit de invalshoeken van religie en spiritualiteit, klinische kwesties, mensenrechten, en patiënten en hun naasten. Ik zat in de eerste groep, over religie en spiritualiteit, en de uitdaging was om 5 aanbevelingen te doen en deze zo te formuleren dat ze vanuit iedere aan tafel vertegenwoordigde cultuur acceptabel waren.

Hoe spannend en leerzaam dat was, behoeft geen toelichting, want hoe word je het eens over prioriteiten wanneer de verschillen tussen culturen zo groot zijn? En welke woorden kies je als begrippen zozeer verschillend waargenomen worden? Om een voorbeeld te geven: voor de een is het begrip ‘mercy’ het meest centraal, voor de ander ‘empathy’ en voor een derde ‘compassion’. Ieder woord opent een wereld van connotaties vanuit de ene of andere culturele traditie. Waar de een ‘mercy’ afwijst vanuit de associatie met ‘mercy killing’, drukt dit begrip voor de ander juist iets uit dat tot de kern van de zorgzame toewending behoort.

Woordkeus en woordenstrijd

Een de momenten die het meeste indruk maakte, vond voor mij plaats toen we bezig waren met een discussie over de kwetsbaarheid van het menselijke bestaan. ‘Vulnerability’  is een belangrijk woord in de zorgethiek, en mijn pleidooi ging over het belang van dit woord in een cultuur waar kwetsbaarheid dikwijls geen plaats mag hebben.

Toen iedereen het erover eens leek te zijn dat de formulering moest zijn ‘the vulnerability of human existence’, keek ik naar mijn linkerbuurman, Dr Ramesh Pattni, een bescheiden geleerde die lesgeeft aan het Oxford Centre for Hindu Studies. Hij had in de hele discussie nog niets gezegd, maar merkte toen op dat het woord kwetsbaarheid niet iets is waar men vanuit het Hindoeïsme veel mee kan aanvangen.

Vanuit zijn traditie sprak hij liever van ‘the preciousness of human life’. Op dat moment kreeg de hele discussie een nieuwe dynamiek. Wie het woord ‘preciousness’ gebruikt, spreekt indirect ook over weerloosheid en kwetsbaarheid, maar als het ware ingebed in een respectvolle houding waarin iets positiefs centraal gesteld wordt.

Inderdaad, dacht ik, het leven is iets bijzonders en kostbaars, en hoe merkwaardig is het dat ik dit in mijn woordkeuze zo weinig tot uiting laat komen. Is dat te wijten aan mijn eigen culturele context waarin je snel in het hokje pro-life geplaatst en door velen als ‘religieus’ gediskwalificeerd wordt als je over de ‘kostbaarheid van het menselijk leven’ spreekt? Is het niet heel erg onvruchtbaar dat wij ons in discussies woorden laten afnemen of blokkeren? Nadat verkend was wat deze bijstelling vanuit andere culturen gezien betekende, werd de verandering met enthousiasme unaniem aangenomen.[pullquote]’The preciousness of human life'[/pullquote]

De kracht van woorden

Toen ik de volgende ochtend afscheid van mijn collega uit Oxford nam en hem bedankte voor dit bijzondere moment, zei hij: ‘Dat is hoe de menselijke geest werkt. Woorden hebben een enorme kracht. Ze kunnen een innerlijk bewustzijn op gang brengen en ons de wereld anders laten zien. Dat heeft een grote impact op ons handelen. Daarom is het ook zo krachtig om mantra’s te herhalen.’

Soms weet je dingen al lang – en proberen we dit in de zorgethiek ook niet voortdurend? Met nieuwe ogen kijken door andere concepten centraal te stellen – maar als het vanuit de diepte van een geleefde ervaring tot je gezegd wordt, krijgt het een nieuwe urgentie.

Bescheiden Hindoes kunnen grote impact hebben, zo weten we uit de wereldgeschiedenis. Deze Engelse collega bracht mij weer even terug bij een belangrijk punt voor zorgethiek: het grote belang van in de leer gaan bij woorden, ze zorgvuldig te kiezen en respectvol te behandelen.

Laten wij in ons debat over ouderenzorg in Nederland ook nog eens goed nadenken over welke woorden wij daar centraal willen stellen. Of liever: welke woorden de mensen om wie het gaat centraal willen stellen. Want een ding is zeker: met autonomie en zelfredzaamheid alleen bedienen we vooral ons in de toekomst geprojecteerde zelf.”

Carlo Leget

Een artikel van


1 reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Dank voor dit prachtig schrijven. Ook de conclusie over zorg voor ouderen vind ik treffend. De algemene vaststelling dat er buiten het gangbare denken nog veel te ont-dekken is, ja, dat is mij wel helder in dit bestaan geworden. Spiritualiteit inclusief enige kennis van de Ayurvedische kennis heeft mij ontzettend geholpen om breder te kijken en oordelen (betaalbare avonden in NL zijn er gewoon). Zo werd mij bv. ook duidelijk dat hersendood niet bij geneeskunde hoort. Bij orgaandonatie gebeuren er in de gangbare wereld zaken die het licht van de AyurVeda niet kunnen verdragen (die ontdekking was mij zeer schokkend). Ook hier ligt nog een ontzettende taak voor de zorgethiek, goed om daar dieper te kijken – volgens mij.