6 – 8 minuten

0 reacties

Wie ben je?
Mijn naam is Milotte Hamer, 29 jaar oud en opgeleid als social worker. Na een aantal jaren in het werkveld te hebben gewerkt, voornamelijk als jongerenwerker en programmabegeleider op asielzoekerscentra, startte ik in september 2019 aan de master Zorgethiek en Beleid. De thesis ‘Verhalen van binnenuit’ is mijn afstudeeronderzoek.

Wat is het onderwerp van je thesis en hoe kwam je tot deze keuze?
In de thesis, tot stand gekomen in samenwerking met Burgerkracht Limburg, verken ik wat het betekent om te leven in een veronderstelde kwetsbare positie en wat hierover opgedane inzichten, op zorgethische wijze doordacht, bij kunnen dragen aan sociaal beleid omtrent zelf- en samenredzaamheid.

Beleidsmatig denken over het organiseren van zorg en daarin dichtbij de taal van het ervaren leven van mensen zelf blijven is tijdens deze verkenning mijn grootste drijfveer geweest. Als sociaal professional zijn het vaak de verhalen die me lang bijblijven, die de soms ‘verre’ ander dichtbij kan laten komen, tot medemens kan maken. Omdat verhalen zo direct kunnen resoneren met mijn eigen binnenwereld houden ze me als professional en medemens scherp. Verhalen creëren ruimte voor de ander om zich in een eigen taal te tonen, waardoor er een nieuwe realiteit opent die raakt aan mijn eigen menszijn.

Naast mijn eigen ‘verhalen’-drijfveer ben ik in Limburg op zoek gegaan naar professionals die mijn zorgen over de voelbare afstand tussen sociaal beleid en het ervaren leven van mensen in kwetsbare posities deelden. Ik kwam al snel terecht bij Burgerkracht Limburg, een stichting die onderdeel uitmaakt van de sociale basisinfrastructuur in de Provincie Limburg en meewerkt aan de doelstellingen van de sociale agenda door onder meer de stem van de (kwetsbare) burger te vertegenwoordigen. Burgerkracht geeft aan dat mensen in kwetsbare posities in Limburg nauwelijks bereikt worden of aansluiting vinden als het gaat om projecten rondom samenredzaamheid en participatie. Om na te denken over hoe Burgerkracht meer in verbinding kan komen met mensen in kwetsbare posities heb ik allereerst de vraag gesteld wat het eigenlijk kan betekenen om gezien te worden als kwetsbaar en te leven in een zogenaamde ‘veronderstelde’ kwetsbare positie. De taal van het ervaren leven zelf is daarmee het vertrekpunt in de zoektocht naar de vraag hoe er beter aangesloten kan worden bij mensen in veronderstelde kwetsbare posities.

Hoe sluit je onderzoek aan bij zorgethiek? Hoe heb je dit onderzocht?
In de master Zorgethiek en Beleid heb ik geleerd hoe onder meer verhalen, ervaringen en praktijken een waardevolle ruimte kunnen innemen als het gaat om het vraagstuk hoe we in de samenleving zo goed mogelijk voor elkaar kunnen zorgen. De thesis toont hoe een ‘verhaal van binnenuit’ beleidstaal kan deconstrueren, waardoor er ruimte ontstaat voor een (nieuw) perspectief op zorgconcepten als kwetsbaarheid en samenredzaamheid.

Voordat ik begon aan mijn afstudeeronderzoek vond ik het bestuderen van ‘praktijken’ als moral knowledge een mooi gegeven, maar kon ik me nog niet goed voorstellen hoe ik dit in de praktijk daadwerkelijk moest aanpakken. Ik merkte in de beginfase van het onderzoek dat ik in de rol als onderzoeker niet volledig kon ‘afzakken’ naar een gewoon open gesprek. De ‘beleidstaal’ en de taal van mij als onderzoeker leken een muurtje te blijven metselen tussen aan de ene kant het onderzoek en de andere kant het open in contact zijn met de ander en het écht luisteren naar wat de ander wilt vertellen.

Ik besefte na de eerste ontmoeting met een respondent dat een of twee interviews niet voldoende zouden zijn om verhalen van binnenuit te kunnen ontvangen en om daadwerkelijk in de taal van het ervaren leven zelf invulling te geven aan kwetsbaarheid. Hieruit volgde de keus om met één respondent (Lucas) als co-onderzoeker een meer relationeel onderzoeksproces aan te gaan in de vorm van een single case study.

Zodoende ontmoetten Lucas en ik elkaar wekelijks deze zomer, op het terras van zijn stamkroeg. Mijn topic-lijstjes, opnameapparatuur en focus om een zo goed mogelijk gesprek te voeren verdwenen langzaam van tafel. We leerden elkaar beter kennen en er ontstond een sfeer waarbinnen gesprekken steeds meer vanzelf begonnen te ontstaan. Lucas heeft zich zo, vanuit zijn eigen context, kunnen tonen. Ik denk dat het ‘vertragen’ van de route om data te verzamelen een mooi praktijkvoorbeeld is van het ‘doen’ van zorgethiek. Ik heb het onderzoeksproces aangepast aan het tempo van onze ervaringen, waarin Lucas als respondent en ik als onderzoeker tijd nodig hadden om een vertrouwensrelatie op te bouwen om ons open (en kwetsbaar) te kunnen opstellen tegenover elkaar.

Waren er meer verrassende bevindingen?
In hoofdstuk 4 presenteer ik het verhaal, ge-co-construeerd samen met Lucas, aan de hand van een narratieve analyse. Het mooie vind ik dat u zomaar de desbetreffende bladzijde open zou kunnen slaan om te lezen over zijn ervaringen.

In dit onderzoek is niet alleen belicht wat kwetsbaarheid kan betekenen voor iemand en hoe kwetsbaarheid ervaren wordt, er is ook gekeken naar wat het betekent om gezien en benaderd te worden als kwetsbaar. “Ik schaam me meer dan me lief is”, zei Lucas, tijdens een van onze ontmoetingen. Deze zin is me bijgebleven. Naast ervaringen van zelfafwijzing is er ook afwijzing van buitenaf: niet serieus worden genomen en aan de kant gezet worden. Het leven in een veronderstelde kwetsbare positie kan, door de drukkende verwachtingen van een ideaal en geslaagd leven en de nadruk op de self-mastery van de mens, een (soms onzichtbare) tegenwind bezorgen in een leven dat op zichzelf al, in het geval van Lucas, gepaard gaat met veel moeitevolle periodes.

Het vertellen van een ander verhaal, een verhaal van binnenuit, ‘verzacht’ in mijn ogen sociaal beleid, omdat de taal van het ervaren leven zelf een ander perspectief biedt voor de invulling (en vervolgens de uitvoering) van zorgconcepten als zelf- en samenredzaamheid. Deze verzachtende werking kan wellicht de afstand tussen sociaal beleid en mensen in veronderstelde kwetsbare posities verkleinen, zodat sociaal beleid nog beter afgestemd kan worden op eventuele zorgbehoeften.   

Heb je aanbevelingen voor de praktijk en komt er wellicht een vervolg op je onderzoek?
Als social worker besefte ik tevens dat het relationele onderzoeksproces dat we doorlopen hebben een mooie basis zou kunnen zijn voor een zorgrelatie. Het toont mij (opnieuw) de kracht die schuilgaat achter het ‘gewoon’ een tijdje naast iemand lopen en het aandachtig luisteren naar wat er speelt, zonder als professional al bezig te zijn met het direct willen oplossen van problemen of het wegnemen van leed.  Een van de aanbevelingen voor Burgerkracht Limburg sluit op bovenstaande aan. Wat zou er kunnen ontstaan als er systematisch tijd vrij wordt gemaakt voor adviseurs van Burgerkracht om door middel van vrijwilligerswerk of het meelopen binnen (zorg)organisaties of wijkprogramma’s mensen ‘open’ te ontmoeten en gewoon een tijdje met ze op te trekken?

Milotte Hamer

Social worker en masterstudent Zorgethiek en Beleid

LinkedIn

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *