5 – 6 minuten

0 reacties

Hoe strips een waardevolle bijdrage vormen aan de gezondheidszorg

Toen ik eind jaren negentig een huisarts interviewde over de multiculturele patiëntenpopulatie in haar praktijk, liet ze me een boek zien met eenvoudige stripverhaaltjes. Deze korte beeldverhalen gebruikte ze om duidelijkheid te krijgen over de gezondheidsklachten van patiënten die de Nederlandse taal nauwelijks machtig waren. Ze konden in sommige gevallen enorm goed van pas komen om bijvoorbeeld pijn en ongemak te lokaliseren of om patiënten voor te lichten.

Recentelijk is de term ‘graphic medicine’ gemunt, waarmee uitdrukking gegeven wordt aan de waarde die stripboeken kunnen hebben in de gezondheidszorg.((Ian Williams, huisarts te Wales, bedacht de term. Zijn website www.graphicmedicine.org biedt een uitstekend overzicht van graphic novels over ziekte en zorg.)) Dit artikel bespreekt deze inzet van ‘grafische pathografieën’ – stripverhalen over persoonlijke ervaringen met ziekte – in de zorg. Vervolgens wordt ingegaan op het (morele) verband tussen ziek worden en verhalen vertellen. Ter afsluiting zullen beknopt drie recente beeldverhalen worden besproken.

De populariteit van stripboeken met volwassen thema’s (‘graphic novels’) is de laatste jaren enorm toegenomen. Het indrukwekkende Maus (1991) van Art Spiegelman won in 1992 bijvoorbeeld een Pulitzer prijs, Marc Legendres grafische werk Verder (2007) haalde enige jaren geleden de shortlist van de Libris literatuurprijs en Persepolis (2003) van de Iraanse Marjane Satrapi was als animatiefilm te zien in de filmhuizen en verdiende een Oscar-nominatie. Interessant is dat hedendaagse beeldromans regelmatig gaan over ervaringen met ziekte.

De combinatie van beeld en tekst biedt talloze mogelijkheden om ziekte-ervaringen te verbeelden en er over te vertellen. We zien in tekstballonnen wat de personages zeggen, de getekende close-ups laten subtiel doch genadeloos emoties en gezichtsuitdrukkingen zien, in tekstkadertjes worden de gebeurtenissen door de auteur verteld en becommentarieerd en de tekeningen zijn soms gemaakt vanuit een verrassend standpunt. Ondertussen wordt een sterk beroep gedaan op het verbeeldingsvermogen van de lezer/kijker die de opeenvolging van de reeks getekende kaders tot een eenheid construeert; tot scènes waarin verbeeld wordt hoe ziekte een rol speelt in de levens van de personages.

Het verhaal ontstaat als het ware in de lege ruimte tussen de opeenvolgende kaders (in vaktermen: ‘the gutter’), die opgevuld worden ‘in het hoofd’ van de lezer. Het bekijken en lezen van de zichtbare delen van het verhaal leidt zodoende op een vanzelfsprekende wijze tot het waarnemen van een geheel (verhaal). Het samengaan van beeld en tekst maakt het onzichtbare zichtbaar (McCloud, 1994). Deze wonderlijke combinatie van lezen, kijken, verbeelding en narrativiteit kan op verschillende manieren waardevol zijn voor de gezondheidszorg.

Strips in de zorg

Grafische verhalen kunnen gebruikt worden in zowel onderwijs als patiëntenzorg (Green et al, 2010). De meest voor de hand liggende functie die beeldverhalen kunnen vervullen in het onderwijs is dat ze een prima bron vormen voor discussie en reflectie. Evenals film en literatuur, kunnen serieuze strips een aanleiding zijn om over de menselijke kant van de gezondheidszorg na te denken en over ziekte en zorg van gedachten te wisselen.

De getekende verhalen geven inzicht in verschillende aspecten van ziekte-ervaring en wat deze betekenen voor de betrokkenen. De verhalen benadrukken dat een patiënt behandelen meer is dan het behandelen van een ziek lijf. Een minder voor de hand liggende functie van strips in het onderwijs is dat deze gebruikt kunnen worden om observatievaardigheden te trainen en te verbeteren. Verschillende auteurs wijzen op het verband tussen het nauwkeurig bekijken van beeldende kunst en de observatievaardigheden die nodig zijn voor een anamnese, diagnose en het doen van lichamelijk onderzoek bij patiënten (Dolev et al, 2001; Naghshineh et al, 2008).

Juist in stripboeken is het belangrijk om ‘tussen de regels’ te kunnen lezen. Niet alles is expliciet te zien of te lezen binnen de getekende kaders; veel handelingen spelen zich buiten de tekeningen af. Dat maakt dat het lezen van grafisch werk een voortdurend beroep doet op het vermogen betekenissen af te leiden uit wat geïmpliceerd is (zie kader).

Graphic storytelling and medical narratives

Michael Green is arts en hoogleraar ‘humanities and medicine’ aan het Penn State College of Medicine in de Amerikaanse staat Pennsylvania. Hij is een liefhebber van ‘comics’ en ontwikkelde voor vierdejaars geneeskundestudenten de cursus ‘Graphic storytelling and medical narratives’. Behalve het lezen en bespreken van een aantal hedendaagse stripverhalen, wordt er ook een beroep gedaan op de tekenkunsten van de studenten. Ze worden geacht een eigen betekenisvolle ervaring in een ‘graphic story’ weer te geven. Hoewel de aarzelingen groot waren (‘I can’t draw’) en deelname beperkt bleef (in 2009 16 studenten, in 2010 slechts 9), zijn de evaluatiescores hoog en de getekende resultaten aandoenlijk en regelmatig erg raak.((De getekende resultaten van Greens studenten zijn te zien op www.pennstatehershey.org.))

Afbeelding: Fies. 2006. Mom’s Cancer.

[su_button url=”/wp-content/uploads/2011/10/TGE_4-2010_106-110_def.pdf” target=”blank” style=”flat” background=”#e49c00″ center=”yes” icon=”icon: download” class=”extra-padding”]Download en lees het volledige artikel[/su_button]

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *