Mara van Stiphout

5 – 6 minuten

0 reacties

Op 6 oktober jl. ontvingen 30 kersverse masters Zorgethiek en Beleid hun masterdiploma. Onder hen waren maar liefst 10 alumni die dit diploma haalden met de eervolle vermelding ‘cum laude’ en de beste thesis werden opgenomen in de Wall of Fame. In een extra feestelijke Universiteit voor Humanistiek kwamen deze dertig feestelingen samen met hun ouders, partners, kinderen, vrienden en kennissen, om samen bij deze feestelijke mijlpaal stil te staan.
Eén van de verse zorgethici, Mara van Stiphout MA, sprak dit feestelijke gezelschap toe. U vindt de tekst van haar toespraak hier.

Beste mede-alumni, oud-docenten, ouders, vrienden, familieleden, en allen hier aanwezig,

Mij is gevraagd een korte speech voor te bereiden, dus dat heb ik voor jullie gedaan.
Ik heb besloten om eerst heel eerlijk met jullie te zijn: want ik had eigenlijk géén idee wat zorgethiek was toen ik me inschreef voor deze studie. Ik vond de zorg een boeiende sector. Ik vond ethiek zeer fascinerend. Dus ik dacht, ‘zorgethiek’: dat kan niet anders dan super interessant zijn. En dat was het! Of dat is het, moet ik eigenlijk zeggen. Echter, dat het mijn wijze/manier van kijken naar de wereld zo grondig zou veranderen had ik niet voorzien. Want ik zie, voel, hoor en ervaar nu letterlijk óveral zorgethiek.

Waar ik al vrij snel achter kwam was dat deze studie geen kant-en-klare antwoorden gaf op de vragen die ik had. In tegendeel: wanneer ik met één vraag de klas in kwam, liep ik aan het eind van het college vaak met tien vragen de klas weer uit. Dat was soms lastig. Maar ik ben nu van mening dat nieuwe vragen verrijkender zijn dan antwoorden.

De opleiding daagt je namelijk uit om op nieuwe manieren over de zorg na te denken. En dat deden we aan de hand van kritische inzichten uit de zorgethiek. Inzichten die vaak transformatief van karakter waren, wat betekent dat je bij jezelf merkt dat je anders naar zaken gaat kijken. Er wordt als het ware een denkkader aangereikt waardoor ik nu andere dingen in dezelfde realiteit waarneem.

Vanuit deze master wordt zorgethiek gezien als een interdisciplinair veld van onderzoek waar heel veel verschillende disciplines een bijdrage aan hebben geleverd van filosofie tot verpleegwetenschappen tot theologie tot sociale wetenschappen. Ik denk dat in die samenkomst van disciplines een enorme kracht en rijkdom zit. En die interdisciplinariteit, die diversiteit, zag je ook terug in de samenstelling in de klas: we hebben verpleegkundigen, docenten, beleidsmedewerkers, een politicologe, artsen, een documentairemaker… Allemaal verschillende achtergronden, eigen verhalen, maar allemaal met een enorme affiniteit voor de zorg. Én met heel veel ervaring en praktijkvoorbeelden.

De openheid binnen de klas en het onderling vertrouwen zorgden ervoor dat abstracte zorgethische theorieën en concepten invulling kregen door persoonlijke ervaringen uit verschillende zorgpraktijken. Juist het bespreken en uitdiepen van die concrete voorbeelden van de studenten zelf, samen met een docent die je uitdaagt om verder te denken dan je normaal zou doen, leidde tot hele boeiende discussies.

Ondanks de verschillende achtergronden en dankzij onze gedeelde passie voor de zorg hebben we dezelfde taal leren spreken. De taal van de zorgethiek. Ik zal enkele woorden noemen waarvan al mijn medestudenten gelijk dezelfde interpretatie delen als ik, omdat we ons samen die nieuwe taal hebben aangeleerd tijdens de studie. Woorden die ons een jaar geleden waarschijnlijk niet zoveel bijzonders gezegd hadden, maar nu een explosie aan gedachtes en links in onze hersenen teweeg brengen of we dat nu willen of niet. Daar komt ‘ie: de casus van het gebakken eitje, Jake en Amy, relationaliteit, de lemniscaat, contextualiteit, complexiteit, emoties, abstraheren, zorgpraktijken, moreel beraad, mee-  tegen- en omdenken, Heinz-dilemma, moral boundaries, engrossment, dependency-workers, life-sustaining-web, transparantie, afstemmen, treshold concepts, geleefde ervaring, familieopstelling…. en zo kan ik nog wel even doorgaan.

We hebben dus met elkaar een taal aangeleerd die ons anders naar de wereld laat kijken en dingen laat zien die we voorheen niet zagen. Een taal waarvan ik persoonlijk denk dat we veel kunnen leren omdat die ons kritisch houdt en continu om reflectie vraagt. Daarnaast geeft het de mogelijkheid om de gelaagdheid, complexiteit, de context en gevoeligheid van zorgsituaties in beeld te brengen.
Mara van Stiphout

Bovendien heb je taal nodig om verschillende perspectieven – bijvoorbeeld van patiënten, zorgverleners en beleidsmakers – met elkaar in gesprek te laten gaan. Ik denk dat Zorgethiek en wij dus als zorgethici daar een belangrijke rol kunnen spelen. Om steeds weer aan de hand van kritische inzichten uit de zorgethiek de dialoog te faciliteren tussen verschillende partijen in de zoektocht naar het moreel goede.

Dat brengt me bijna bij het einde van mijn speech. Want hoewel we binnen veel disciplines zien dat de kloof tussen empirie en theorie groot is en moeilijk te overbruggen is, stond die wisselwerking tijdens de ZeB juist centraal. Daarom denk ik dat deze 30 afgestudeerde zorgethici met hun enthousiasme en leergierigheid een hele belangrijke rol gaan spelen in het verkleinen van deze kloof. Omdat we met alle kennis die we hebben opgedaan het afgelopen jaar steeds weer trachten om die vertaalslag naar concrete zorgsituaties te maken. Want dat is toch waar het uiteindelijk allemaal om draait.

Dank jullie wel,
Mara van Stiphout

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *