2 minuten

1 reacties

“Kunt u echt niet sjoemelen dokter?” Ik had hem zojuist gekeurd voor het rijbewijs en zijn gezichtsvermogen was aan de matige kant. Hij voelde zelf al aan dat het randje was.
Niet ik maar het CBR doet de eindbeoordeling van de rijbewijskeuring aan de hand van het door mij ingevulde formulier en hij had dus baat bij het oprekken van mijn getallen. “Nee, sjoemelen in dit geval niet”, was mijn antwoord. En onmiddellijk vond ik het een raar antwoord.

Waarom zei ik “in dit geval” erbij? Dat ik niet sjoemel met een rijbewijskeuring is duidelijk. Met slecht ziende chauffeurs heb ik geen medelijden: een goede bril kopen of niet gaan autorijden. Maar kennelijk wilde ik de keurling ook duidelijk maken dat er soms bij mij wél te sjoemelen viel? Je kunt het je haast niet voorstellen, dokters die sjoemelen?

Laat ik voorop stellen dat ik niet omkoopbaar ben. Ik sjoemel nooit voor gunsten, met Kerst eten en drinken we nooit gratis van de bakker, slager en slijter. Overigens was dat twintig jaar geleden anders, we ontvingen veel vaker presentjes, zelfs zonder te sjoemelen. Kennelijk is die gulle generatie nu langzamerhand uitgestorven. En ook de dokter is verzakelijkt.

Maar als de nood hoog is ben ik bereid tot idealistisch sjoemelen. Gek word ik van de bureaucratie en omwegen die mensen moeten gaan, van het wantrouwen dat de gezondheidszorg uitstraalt naar patiënten. Of zouden die regels zijn bedacht omdat men kennelijk denkt dat patiënten zouden sjoemelen? Je kunt het je haast niet voorstellen, patiënten die sjoemelen?

Een artikel van


1 reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *