4 – 5 minuten

0 reacties

UvH start onderzoek naar respectvolle geboortezorg (‘respectful maternity care’) vanuit een zorgethisch, relationeel perspectief.

Zorgethici aan de Universiteit voor Humanistiek gaan onderzoeken hoe zorgethiek kan bijdragen aan respectvolle geboortezorg (‘respectful maternity care’) door verloskundigen. Zij krijgen hiervoor financiering van ZonMW vanuit het programma Ethiek en Gezondheid.

Het onderzoek richt zich op de ontwikkeling van een relationeel-ethische kijk op verloskundige geboortezorg, waarin goede zorg focust op zowel moeder als kind, en niet uitsluitend op geboorte van een gezond kind. Het doet dit door een combinatie van theoretisch en empirisch onderzoek, waarin ervaringen van goede en schadelijke geboortezorg-ervaringen van moeders, partners en verloskundigen worden onderzocht.

Concerning Maternity

Het project vindt zijn oorsprong in het Onderzoeksnetwerk ‘Concerning Maternity’, opgericht door Joanna Wojtkowiak en Inge van Nistelrooij van de UvH. Zij startten in 2017 het project ‘Concerning Maternity’ om ethische en existentiële vragen rondom moederschap te agenderen. Het project resulteerde inmiddels in drie conferenties waarin verschillende van deze vragen werden uitgediept. En in de oprichting van voornoemd onderzoeksnetwerk, waarin onderzoekers vanuit verschillende universiteiten regelmatig samen komen om onderzoek naar allerlei aspecten van moederschap en ouderschap te bevorderen.

Autonomie en verantwoordelijkheid

Toegespitst op de geboortezorg spelen bijvoorbeeld vragen rondom de ervaringen van moeders tijdens de zwangerschap en baring. Binnen dit gebied wordt door belanghebbenden al langer gepleit voor ‘respectvolle zorg’ waarin de stem van vrouwen gehoord wordt (‘respectful maternity care’). Onderzoek toont echter aan dat veel vrouwen de zorg tijdens de bevalling niet zo ervaren.

Niet zelden ontnemen zorgpraktijken aan vrouwen hun autonomie en bedreigen ze hun waardigheid. Dit gebeurt ook in de verloskundige zorg, die juist gericht is op het ondersteunen van de zwangere en barende vrouw. Op deze ervaring focust het nieuwe onderzoeksproject.

Het stelt vragen rondom de autonomie en verantwoordelijkheden van vrouwen en verloskundigen tijdens de baring en wil deze vanuit een relationeel zorgethisch kader concreet helpen bespreekbaar te maken binnen de verloskundige praktijk.

Ethisch kader

Uitgangspunt van het project is, dat respectvolle geboortezorg wordt belemmerd doordat een passend ethisch kader om over geboortezorg na te denken ontbreekt. In vergelijking met bijvoorbeeld zorg voor ouderen of zieken, is geboortezorg uniek omdat het draait om rondom de zwangere vrouw én haar foetus: om twéé mensen die onlosmakelijk verbonden zijn met de te ontvangen zorg.

In het klassieke bio-ethische kader resulteert deze pluraliteit regelmatig in een oppositie waarbij de ‘rechten’ van vrouw en foetus tegen elkaar worden geplaatst. Waarbij in de praktijk de rechten van de foetus voorrang krijgen ten koste van die van de barende vrouw. Dit onderzoeksproject wil dit maternale-foetale ‘conflict’ herwaarderen als ‘relatie’ en zodoende zwangerschap en geboortezorg voorzien van een alternatieve, op zorgethiek geschoeide, relationele benadering.

Zorgethiek biedt in het denken over moederschap en geboortezorg een dergelijk relationeel alternatief dat conflicten niet verzwijgt, maar juist in gezamenlijke verantwoordelijkheid wil aanpakken. Tegenover een individualistische visie kan zo gezocht worden naar gedeelde verantwoordelijkheden en het goede voor beiden (of beter: voor alle betrokkenen).

Utrechtse zorgethiek

Het project omvat zowel theoretisch als empirisch onderzoek, volgens het model van de Utrechtse zorgethiek. Middels theoretisch onderzoek worden de concepten ‘relationaliteit’ en ‘geweld’ uitgediept en betrokken op de geboortezorgpraktijken. Het kwalitatief empirische onderzoek is ontworpen om samen met belanghebbenden (vrouwen, partners en verloskundigen) in een democratische dialoog samen te werken aan de ontwikkeling van praktische hulpmiddelen om vermijdbare schade in de geboortezorg te voorkomen. Theoretisch en empirisch onderzoek worden samengebracht in een zorgethische visie op verloskundige geboortezorg.

Het project ‘CARE-study: Controversies surrounding Autonomy and Responsibility: a care-Ethical study into the mother-midwife relation’ wordt uitgevoerd door Rodante van der Waal, die tevens haar PhD-studie aan de UvH verricht.

Vragen?
Projectleider Inge van Nistelrooij, i.vannistelrooij@uvh.nl

Het project (projectnummer 85401 1008) wordt mogelijk gemaakt door ZonMW, programma Ethiek en Gezondheid.

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *