4 – 6 minuten

0 reacties

Door Els van Wijngaarden

Steeds meer mensen willen grip en controle op het moment en de wijze van sterven. Dit heeft te maken met een verlangen naar autonomie; je wilt zelf bepalen hoe en wanneer je sterft. Het heeft ook te maken met een verlangen naar authenticiteit: je wilt ook op jouw eigen wijze sterven, op een manier die bij je past. Deze focus op keuzes heeft niet alleen grote impact op hoe we sterven, maar ook op ons leven en de wijze waarop we ouder worden en naar de ouderdom en de dood kijken. We ontkomen er niet aan: hoewel de ene persoon er veel bewuster mee bezig is dan de andere, de dood wordt – hoe dan ook – meer en meer een keuzeproces, een reflexief project.

Memento mori komt daarmee in een geheel nieuw licht te staan. Oorspronkelijk duidt deze Latijnse zin op de aansporing ‘Gedenk te sterven’ en was daarmee een aansporing tot een bepaalde manier van leven. Want – zo was de gedachte – op een dag sterf je en zul je voor het aangezicht van God moeten verschijnen. Memento mori had vroeger dus een intentionele strekking naar zowel het leven nu, als het hiernamaals: hoe leef ik nu zo goed en verantwoord mogelijk met het oog op het hiernamaals? Tegenwoordig is die strekking behoorlijk veranderd. Het nadenken en reflecteren over de dood lijkt vooral betrekking te hebben op het proces van sterven en de dood zelf: hoe voorkom ik (onnodig) lijden? Hoe zorg ik voor een ‘goede dood’ voor mijzelf en mijn naasten?

In mijn nieuwe, driejarige VENI-project, dat vanaf september 2020 van start gaat, ga ik deze superinteressante ontwikkelingen onder de loep nemen en nader analyseren. Ik ga dit doen door een combinatie van conceptueel-filosofisch onderzoek, een discourse analyse en een meerjarige interviewstudie.

In de conceptuele analyse wil ik met name de complexiteit van de relationele en sociaal-culturele inbedding van keuzeprocessen onderzoeken. Daarbij bouw ik onder andere voort op het filosofisch werk van Paul Ricoeur, Charles Taylor en het interdisciplinaire veld van de social imaginaries theory. Vragen die ik in deze analyse centraal zal zetten, zijn: hoe maken mensen keuzes? En meer in het bijzonder: hoe maken mensen dit soort ultieme keuzes in relatie tot hun eigen dood? Welke relatie(s) hebben onze keuzes met onze identiteit en ons zelfbeeld? Hoe worden onze keuzes beïnvloed door onze omgeving, door (dominante) beelden en ideeën, en door de taal die we gebruiken? Maar ook: hoe worden breedgedragen maatschappelijke beelden en ideeën op hun beurt weer beïnvloed door persoonlijke verhalen en ervaringen? Kortom, ook de onderlinge wisselwerking staat centraal.

Naast een conceptuele studie wil ik keuzeprocessen van ouderen met betrekking tot hun eigen levenseinde empirisch onderzoeken. Namelijk: hoe werkt dit in de dagelijkse praktijk van betrokkenen? In die praktijk wil ik allereerst de relationele dynamiek, die met dit soort keuzes gepaard gaat, blootleggen. Want hoewel dergelijke keuzes enerzijds als hoogstpersoonlijk kunnen worden gezien, worden ze tegelijk gemaakt te midden van een netwerk van relaties en betrokkenen (zoals partners, kinderen, vrienden, maar ook hulpverleners). Er zijn bijna altijd anderen in het spel die direct geraakt worden de gemaakte keuzes. Niet zelden is er sprake van verschillende (soms botsende) belangen. Een belangrijke vraag die ik daarom ga onderzoeken is: hoe werkt deze wisselwerking? Op welke wijze worden keuzeprocessen van ouderen met betrekking tot hun eigen levenseinde beïnvloed door hun naaste omgeving? En wat zijn hierbij aandachtspunten?

Naast de relationele dynamiek wil ik ook sociaal-culturele dynamiek emprisch analyseren, oftewel: de wisselwerking analyseren tussen de individuele ervaring en sociaal-culturele denkbeelden. Hoe en in hoeverre is er sprake van wisselwerking tussen de individuele geleefde ervaring en heersende sociaal-culturele denkbeelden? En wat is de impact en betekenis hiervan op de uiteindelijke keuzes die gemaakt worden? Uiteindelijk is een van mijn hoofddoelen om met dit nieuwe VENI-project de morele en de existentiële betekenis van deze keuzeprocessen te verhelderen en toe te werken naar een ‘ethics of choosing death’.

Meedoen met dit onderzoek?
Mocht je betrokken zijn bij iemand van 75 jaar of ouder die verwikkeld is in het maken van keuzes rondom de dood, en interesse hebben om samen te participeren in dit onderzoek, neem dan contact met mij op. Dan stuur ik je graag nadere informatie. Ik zoek namelijk een aantal trio’s die ik over een periode van twee jaar mag volgen en drie keer mag interviewen. Het gaat daarbij steeds om één oudere + twee betrokken naasten.


Els van Wijngaarden is als universitair hoofddocent verbonden aan de vakgroep zorgethiek van de Universiteit voor Humanistiek. Haar onderzoek richt zich op vragen rond zingeving en het zelfgekozen levenseinde in de ouderdom. Contact: e.vanwijngaarden@uvh.nl

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *