4 – 5 minuten

6 reacties

Daar zitten we dan, acht personen met kanker en een ‘juf’. Ieder heeft zijn eigen verhaal. We spreken af dat de verhalen ‘daar’ blijven maar het mijne mag ik delen. Ik vind het doodeng. Ben bang voor wat ik te horen krijg en ook voor wat ikzelf onder woorden (moet) gaan brengen. Ik kruip weg in de bank en kijk het eerst even aan.

In het eerste rondje geeft iedereen antwoord op de volgende vragen: ‘Wie ben je? Wie heb je om je heen? Welke rol speelt kanker in je leven? En ook: Waar put je energie uit?
De tranen stijgen maar ik weet ze nog net binnen te houden.

Daar zit ik dan

Ik heb al langere tijd individuele gesprekken met een psycholoog die mij ondersteunt in mijn proces. Zij stelde de lotgenotengroep eerder voor, toen ik nog niet behandeld hoefde te worden, maar ik hield het af. ‘Dan zijn daar mensen die misschien dood gaan. Dat trek ik niet. En anderen kunnen beter worden. Ik niet.’ Ik vond het nog veel te confronterend.

Maar sinds mijn man overleden is heb ik geen steun in de rug meer. En nu ook de chemo’s een feit zijn sta ik er anders in.  Dus daar zit ik dan.

Het is mijn beurt. Wie ben je? Ik probeer nog een kwinkslag: ‘Dat is voor een filosoof best een complexe vraag. Wat is bijvoorbeeld ‘zijn’? Dan vertel ik dat ik moeder ben en stiefmoeder, ik vertel over mijn werk dat zo belangrijk voor mij is, en dan maak ik een bruggetje naar wie ik om mij heen heb: ’Mijn man is kort geleden overleden aan slokdarmkanker.’ Ik houd de tranen nu niet meer binnen.

Ik vertel ook over mijn vader die overleden is aan acute leukemie toen ik 21 was. Het was een kort en verschrikkelijk heftig ziekbed. Toen ik hoorde dat ik (ook) leukemie had was ik compleet in paniek.

Leukemie was voor mij hetgeen mijn vader was overkomen. Ik vreesde dat ik ook maar enkele weken van verschrikkelijk afzien voor de boeg had om vervolgens als ‘een kaal, tandeloos en opgezwollen monster’ te sterven. Maar mijn leukemie is ‘anders’. De tijden zijn anders. En ik ben een ander.

Eenzaam

Als ik toe ben gekomen aan wie ik om mij heen heb beken ik dat ik mij soms best eenzaam voel. Dat durf ik niet overal te zeggen. Eenzaam zijn is helemaal niet ‘hip’. Mensen zouden het ook nog als een verwijt kunnen oppakken. Alsof ik vind dat zij er niet genoeg voor mij zijn ofzo. Daarbij: de mensen om mij heen waarderen mij omdat ik ‘dapper’ doe. Omdat ik werk aan een perspectief, omdat ik ondanks ‘alles’ nog zo mijn best doe om echt moeder te zijn.

Ik vertel dat het vooral de kinderen zijn die mij de motivatie en energie geven om te blijven leven. De ‘grote (stief)kinderen’ zijn volwassen maar de band is belangrijk voor ons. En mijn dochter van 10 heeft mij nog het allermeeste nodig. Dus nu het erop aankomt ben ik vooral ‘moeder’.  Dat ben ik terwijl ik inwendig af en toe zo vreselijk moe en moedeloos ben.

Ik zie een paar lotgenoten knikken. Ze haken erop in met hun verhalen. Hun voorbeelden. Hier en daar vang ik een blik. We zien elkaar echt. Zo apart. Eén blik en je snapt elkaar. Niemand weet wat je doorstaan hebt. Alleen lotgenoten komen in de buurt. Ik voel mij begrepen en gehoord en ik hoop dat anderen ook iets aan mij(n inbreng)  hebben.

Achteraf ben ik gebroken. Helemaal leeg voel ik mij. Maar verderop in de week merk ik dat ik weer begin uit te kijken naar de volgende bijeenkomst.

Zo bijzonder. De lotgenotengroep bestaat uit totaal verschillende mensen. En toch valt de eenzaamheid heel even weg.

Swanny Kremer

Een artikel van


6 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Peter Braun

Swanny,
je verwoord het zo raak. Alsof ik er zelf bij ben. Maar ik ben gezond en fit. Dus hoezo denk ik het te kunnen snappen? Kanker komt voor mij bij anderen voor. Bij vrienden die plotseling kanker blijken te hebben. En dan kun je als gezond persoon zo verrekt weinig doen. Denk je dan.
Daarom is voor mij je verhaal zo goed. Ik hoor de andere kant van de beleving. De schaduw op de muur van de grot. Een weergave, niet hetzelfde, maar … ik doet me altijd goed je stukken te lezen. En soms te herlezen.
Bedankt Swanny.

Dank je Peter, heel fijn om dit van je terug te horen. Mijn hoop was ook dat deze kijkjes vanuit ‘binnen’ inderdaad wat inzicht kunnen geven in wat het kan betekenen om kanker te hebben, om iemand te verliezen aan kanker. Uiteindelijk kennen we denk ik (bijna) allemaal wel iemand die kanker heeft (gehad).Veel sterkte voor je vrienden die kanker hebben. Fijn dat die een vriend hebben zoals jij die probeert te snappen wat dit kan betekenen. Swanny

Komt goed. Wat kan ik anders zeggen. Allerlei rouwprocessen door elkaar. Ok heb diep respect voor je

Dank je wel Ien. Klopt, alles loopt hier door elkaar, verlies van mijn man en verlies van mijn gezondheid. Vaak weet ik niet ‘wat nou wat is’ wat ik voel. Uiteindelijk is het toch een kwestie van zo goed mogelijk de schouders er weer onder zetten. En doorgaan. Swanny

Dank je wel Annemiek voor je lieve woorden. Het is inderdaad een hele ‘reis’ die nog niet afgelopen is.