3 minuten

1 reacties

“Hebben jullie wel voorzieningen?”, vraagt een collega mij als ik zeg waar ik woon. “Nou niet echt”,  zeg ik, “wel een theehuis en een Snuffelschuur…” begin ik maar zij onderbreekt mij. “Nee, ik bedoel een supermarkt, een huisarts….”Voordat zij verder gaat met haar opsomming schud ik mijn hoofd en zeg ik “nee, we zijn maar een heel klein dorp met zo’n 100 huizen”. Haar wenkbrauwen schieten omhoog als zij zegt: “Kun je dan niet beter in de stad wonen?” Ik voel mij bijna in de verdediging gedrukt als ik zeg: “Misschien is het niet ideaal maar ik woon hier graag.”

Goede zorg

Ik denk dat het een understatement als ik zeg dat het afgelopen jaar niet ‘ons jaar’ was. Eerst lag ik ruim drie week in het ziekenhuis, daarna werd mijn dochter aangereden, vervolgens viel ik om. Er is een periode geweest dat wij beiden niet konden lopen, laat staan koken of wat dan ook. We waren totaal onthand.

En wat gebeurt er? De ene buurman laat dagelijks de hond uit, de andere buurman verschoont de kattenbakken. Lieve buurvrouwen koken om de beurt en brengen de heerlijkste maaltijden aan huis. Een bejaarde overbuurvrouw komt stofzuigen. Weer een ander helpt met het verschonen van het hoog-laag bed. Iemand anders brengt een tas vol tijdschriften of een bloemetje. Buurvrouw vraagt of ik boodschapjes nodig heb. Er wordt een taxi-service voor mijn dochter opgericht met verschillende ritjes. Een belangrijk ritje was ook naar de huisarts en het ziekenhuis voor mij. Ik vergeet vast van alles, en liever vergeet ik ook veel van deze periode. Behalve dan de liefde en goede zorg die ik voelde binnen ons dorp (en die uitbreidde naar het nog kleinere dorpje naast ons).

Noaberschap

Later, als ik eindelijk weer op het werk ben, tref ik de bewuste collega opnieuw en ik vertel haar over de afgelopen periode. Vervolgens zeg ik tegen haar dat ik nog even terug wil komen op haar vraag ‘van laatst’. Ze kijkt even verwonderd en ik vertel: “Weet je nog, over die voorzieningen in ons dorp?’ Ze glimlacht en zegt: “O ja, is er nu een supermarkt gekomen?” Ik schud mijn hoofd en kijk haar recht aan als ik zeg: “Nee, veel beter. Wij hebben ‘noaberschap’, burenhulp als het echt nodig is.” En als ik haar vertel hoe enorm lief wij zijn geholpen in deze moeilijke periode zegt zij: “Nee, dat vind je in de stad niet”.  Ik knik en zeg: “Nee, want wij zijn een lief dorp”.

Een artikel van


1 reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Frances Swets

Roep dit nu al uit tot de mooiste pure post op valentijsdag! Mooi dat de liefde altijd overheerst ook al is het allemaal heel taai❤️