3 – 4 minuten

0 reacties

‘Tijd’ is onlosmakelijk met zorg verbonden. Zorg vraagt tijd en deze tijd moet binnen de gezondheidszorg in toenemende mate vastgelegd en bewaakt worden. Zorgtijd wordt daardoor steeds meer een productiefactor waarbij de kloktijd centraal staat. Zorg: een kwestie van tijd is de titel van het proefschrift van Gabrielle Verbeek waarop zij 12 mei 2011 promoveerde aan de Vrije Universiteit Amsterdam (Sociale Wetenschappen). Hierin doet zij verslag van haar onderzoek naar perspectieven van cliënten en medewerkers op tijd Door timing als centraal vraagstuk te kiezen geeft ze ruimte aan een tijdsperspectief waarin oog is voor een zorgethische opvatting van zorg, namelijk afstemming tussen zorgontvanger en zorgverlener.

Verbeek heeft zich in haar onderzoek gericht op cliënten met een lichamelijke aandoening in de actieve leeftijdsfase van 50 tot 75 jaar. Ze koos specifiek deze groep, omdat die volgens haar gekenmerkt wordt door mondigheid en individuele wensen, en omdat hij de voorhoede vormt van een veel grotere groep zorgvragers met deze kenmerken die eraan staat te komen. De kern van het onderzoek vormen drie case studies: zorg in het zorgcentrum, zorg in een woonvorm waar sprake is van ADL-zorg (Algemene Dagelijkse Levensactiviteiten) en zorg voor mensen met een Persoonsgebonden Budget (PGB). De onderzoeker werkte zelf mee in zorgteams, interviewde cliënten, medewerkers en managers en voerde observaties uit naar het verschijnsel ’tijd’ in de zorg.

Verbeek maakt onderscheid tussen de kloktijd (chronos) en de beleefde tijd (kairos) en laat in haar boek zien hoe cliënten, zorgverleners en instellingen met spanningen tussen deze twee omgaan. De wijze waarop cliënten afstemming van zorgtijd op eigen tijd ervaren wordt beïnvloed door de aard van lichamelijke beperkingen en door persoonlijke opvattingen over tijd. Uit de observaties en de interviews wordt duidelijk dat het tijdspatroon van cliënten niet statisch is, maar wisselt al naar gelang de omstandigheden. Typen tijdspatronen zijn ondermeer: bij de dag leven, loslaten van de klok, de tijd uitzitten.

De interactie met medewerkers en de ervaring van ‘aandacht’ en persoonlijk contact blijken van belang voor een goede aansluiting van de zorg op het dag- en lichaamsritme van de cliënten. Net als bij cliënten is er bij medewerkers sprake van diversiteit in tijdsperspectieven. Sommige medewerkers hebben voortdurend het gevoel te moeten rennen, anderen lijken beter in staat om met tijdsdruk om te gaan en hebben de tijd als het ware in de vingers. Om goed af te kunnen stemmen op de tijdsbeleving en tijdsbesteding van cliënten is het nodig dat medewerkers de cliënt kennen en in hun tempo en werkwijze aansluiten bij lichaamsritmiek en persoonlijke behoeften van cliënten.

Het boek is interessant voor medewerkers en managers in de zorg (voor veel zorgethici zal de inhoud minder verassend zijn). Het geeft inzicht in verschillende tijdspatronen van cliënten en medewerkers en biedt daardoor ruimte voor de zachtere tijdsaspecten zoals ‘aandacht’ en ‘beschikbaarheid’ die doorgaans weinig zichtbaar zijn in het financieel-economisch gekleurde tijdsperspectief op zorg. Het boek is helder geschreven en door het gebruik van veel citaten blijft het dicht bij de geleefde werkelijkheid. Helaas zijn de aanbevelingen die gedaan worden erg summier en dat is jammer, temeer omdat het onderzoek veel praktische informatie oplevert waar iets mee gedaan zou kunnen en moeten worden.

Gabrielle Verbeek. Zorg: een kwestie van tijd. Reed Business, 2011. ISBN 9789035233256

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *