3 – 4 minuten

3 reacties

Neoliberalisme en waanzin; “Nooit had de mens het zo goed, nooit voelde hij zich zo slecht”.

De kern van het betoog van Paul Verhaeghe,  klinisch psycholoog/ psychotherapeut en hoogleraar in Gent, is de ontwikkeling van onze identiteit. Dit is geen vast gegeven, zo stelt hij, maar is een constructie die gevormd wordt door wisselwerking van aanleg met onze omgeving. Cultuur en interpersoonlijke relaties met hun normen en waarden maken er deel van uit. De mens heeft daarin twee gedragsdimensies, de ene is onze neiging tot altruïsme en solidariteit, de ander is ons egoïsme en behoefte aan autonomie. Is er sprake van veranderingen in de (sociale) omgeving dan treden veranderingen op in onze identiteit.

In de tweede helft van de vorige eeuw, zo betoogt Verhaeghe, heeft de westerse mens zich ontworsteld aan, als te knellend ervaren, sociale normen. Geleidelijk aan heeft het in aanvang gezonde liberalisme echter plaatsgemaakt voor het marktdenken van het neoliberalisme met zijn gerichtheid op het maximaliseren van winst en productiviteit. Prestatiedruk heeft geleid tot concurrentie en competitie. De balans, tussen solidariteit en zorg voor anderen enerzijds en individualisme en zorg voor zichzelf anderzijds, is hierdoor verstoord geraakt. Mensen zijn individualisten geworden met materieel succes als enig doel; alleen het economische verhaal telt, gemeenschapszin en compassie lijken te verdwijnen.

Er is een meritocratie ontstaan; afkomst en connecties zijn minder belangrijk dan voorheen en talent, ontwikkeling en inzet zijn bepalend geworden voor erkenning. Onder invloed van het neoliberale denken is dit echter verworden tot een sterke competitie tussen werknemers waarbij efficiëntie, registratie en evaluatie tot de orde van de dag behoren. Het is niet zo vreemd dat fraude het gevolg is. “De nieuwe norm heet efficiëntie, het doel is materiele winst en de erbij behorende deugd is hebzucht”, zo stelt hij. Mensen zijn consumenten geworden, werknemers elkaars’ concurrenten die “het maken” of losers zijn. Er zijn grote verschillen ontstaan tussen boven- en onderlaag, waarbij de kleine bovengroep natuurlijk alles doet om zijn verworvenheden te beschermen.

Verhaeghe beschrijft ook de invloed van dertig jaar neoliberaal denken op de gezondheidszorg. In diverse landen is het marktmodel ingevoerd met het doel de stijgende kosten te beheersen. We hebben gezien dat het tegendeel waar is, de kosten zijn alleen verder toegenomen. Ook in de zorg moet voortdurend gemeten worden maar dit gaat juist ten koste van de kwaliteit van de zorg. Goede zorg en aandacht zijn niet meetbaar dus worden niet meegenomen in de metingen; datgene wat niet meetbaar is verdwijnt. Hij pleit dan ook voor meer kwalitatief onderzoek.

Ook op zijn eigen vak, de psychiatrische en psychotherapeutische praktijk, heeft hij grote kritiek. Psychische stoornissen worden nu gezien als voortkomend uit lichamelijke processen en als zodanig behandeld. Men onderkent niet dat stoornissen vooral het gevolg zijn van ziekmakende sociale en maatschappelijke processen.

Paul Verhaeghe heeft een heftig, maar helder betoog geschreven dat goed onderbouwd is en zeer leesbaar. Het is een aanklacht tegen de verheerlijking van “de markt” en een pleidooi voor herstel van waarden als solidariteit, compassie en zorg voor anderen. Het is een boek dat aanzet tot discussie, maar vooral tot nadenken over ons eigen gedrag en waarden. Uiteindelijk zal daar als eerste de verandering plaats moeten vinden. Een aanrader voor ieder die zorg heeft voor herstel van sociale waarden in onze samenleving.

Paul Verhaeghe: Identiteit, Amsterdam, De Bezige Bij, 2012

Een artikel van


3 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Herman Amelink

In zijn laatste boek ‘Identiteit’ wordt duidelijk dat zijn “linkse” en freudiaanse analyses en conclusies nauwkeurig aangeven waar ons samenlevingsmodel en hulpverlening in vastloopt. Zeker gegeven het feit dat Identiteit ontstaat uit – en een (liefdevolle) interactie is – tussen mensen.
Om als individuen tot een opbouwende samenleving te komen is er zichtbaar en voelbaar een andere ethische en sociale omgang noodzakelijk. De meest wezenlijke paradox ligt in de lastigste opdracht, om elke naaste net zo lief te hebben als uzelf. Als mensen en samenlevingen er voor gaan kiezen om meer in deze balans te gaan leven ontstaat er een waarachtige sociale samenleving. Om de urgentie van deze dubbele keuze te kunnen overwegen en vooral te maken, is het evident dat de mens inziet dat hij dit niet alleen kan en ook niet hoeft te doen. De mens heeft er (de) ander(en) voor nodig.
Ik las pas geleden psalm 131 waarin David onderweg beschrijft welk inzicht hem motiveerde om op een meer gebalanceerde en rustige wijze positief te gaan leven; in relatie met God, zichzelf en de ander.

Meer persoonlijk:
Na het lezen en herlezen van een prachtig artikel over het geheim van deze psalm 131 werd mij inzichtelijk gemaakt waar de unieke menselijke grenzen van ieder mens liggen. Mensen zoals ik, David en velen met mij, hebben in de huidige (Enron) maatschappij, moeite om de verkeerde trots en hebzucht los te laten en persoonlijke grenzen en die van anderen niet langer te willen overschrijden, in de ziekmakende jacht jacht naar succes en meer materie. Zo verliezen wij uit het oog wat ons en onze medemens begrenst. Om deze trots belangeloos in te ruilen voor zijn genade, rust en vrede, hierheen te bewegen en daar in te gaan staan. Zo is het handelen naar een dienende set aan leefregels, rotsvast verankerd in het belijden en uitleven van het geloof, als een beelddrager van God. Een liefdevolle uitnodiging om – waar mogelijk en steeds opnieuw- te leren leven naar het voorbeeld van Jezus Christus. Deze weg geeft ons zicht op het geheim van de schepping en de richting naar onze bestemming.

Klinisch:
In de dagelijkse eclectische praktijk lijkt er geen vaak andere weg dan een behandeling met (te) veel pillen en praten. Met behulp van cognitieve gedragstrainingen, deskundige medische begeleiding door psychiaters, psychologen, therapeuten en o.a. sociaal psychiatrisch sturende verpleegkundigen.
Momenteel wordt deze tweedimensionale zorg meer en meer aangevuld met een aanbod van mindfulness, NLP-technieken en verschillende esoterische methodieken. Deze leiden vast tot meer zelfinzicht, zen en zelfbewustzijn. Opleving van passie en compassie, voor jezelf en de ander, waardoor “geluk” weer mogelijk wordt en in deze setting ook “maakbaar” lijkt. Dit is gezien mijn eerdere ervaringen eerder een valkuil en tegelijkertijd een misvatting en wazige projectie uit dezelfde harde werkelijkheid. Paul Verhaeghe geeft helder aan dat er in ons huidige politieke klimaat, juist in de rijkste landen de grootste geestelijke armoede heerst, die hij en zijn collega’s voor steeds meer hulpbehoevende mensen mogen oplossen. Geworteld in een vernietigend neoliberalisme waarin het recht van de sterkste nog steeds heerst.

Pastoraal psychologisch:
Godzijdank ben ik er van overtuigd dat er meer is tussen hemel en aarde, waarbij klinisch pastoraat de missing link is bij de aanvullende behandeling van “stoornissen”. Overwinnen van onzekerheid en angst is het herwinnen van vertrouwen, door als mens rustig bij God op schoot te gaan zitten. Zo zal de schrik voor de ander in beginsel afnemen en eenzaamheid geleidelijk worden verbannen. Ieder mens is een kind van God en vindt zijn unieke identiteit in zijn schepping, waarin mensen daadwerkelijk naar elkaar omzien en de ander helpen binnen zijn of haar context en mogelijkheden.
In deze uitnodiging schuilt de diepere zin en waarde van ons bestaan.
Heb uw naaste lief zoals uzelf, ga daar maar in staan. Om dit als mens en vooral als samenleving uit te gaan leven hebben wij positieve spiritualiteit nodig. Deze is er voor iedereen, in gelijke mate en is geheel gratis!
(Aanrader: Red hen die geen verweer hebben, Huub Oosterhuis, 2012)

Met vriendelijke groet,
Herman Amelink