3 – 4 minuten

0 reacties

Nadat ik de auto geparkeerd heb en de pijlen volg kom ik erachter dat een ‘teststraat’ kennelijk ook echt een straat is. Grote garagedeuren staan open en voor mij rijdt een auto naar een klaptafel. Door het portier wordt de Coronatest afgenomen. Ik voel mij een beetje suf maar besluit dan maar lopend door de teststraat te gaan. De handeling met het wattenstaafje is routineus. Ik ben er wel maar voel mij als object behandeld.

Gelukkig, negatief. Gewoon een beetje verkouden. ‘Normaal’ geen reden tot stress, maar in een wereld waarin zoveel veranderd is neemt de uitslag toch enige ongerustheid weg. En, heel fijn, nu kan de afspraak met mijn vriendin doorgaan.

Getest
Met een tas vol bakspullen gaan mijn dochter en ik naar de plaats waar mijn vriendin woont. Als zij open doet zie ik dat zij verkouden is, rode neus en snotterig. Als ‘vanzelf’ deins ik naar achteren. ‘Niet schrikken’ zegt ze, ‘ik ben getest. Geen Corona.’ Ze kijkt naar mijn snotneus en ik zeg ‘Ik ook, ook getest en ook geen Corona.’ Ze grijnst en jubelt bijna: ‘Dan mogen we knuffelen!’

Zo gek, ik schrik ervan. ‘Ik durf niet’,  zeg ik, en doe een stap achteruit. ‘Gek hè?’,  zegt ze, ‘dat zijn we helemaal niet meer gewend.’ In mijn hoofd gaan de radertjes razendsnel, wanneer ben ik eigenlijk voor het laatst geknuffeld vraag ik mij af. Dat is al bijna tien maanden geleden.

Aan haar grote keukentafel gaan we op 1,5 meter van elkaar zitten, haar jongste dochter sluit gezellig aan. Ook mijn vriendin heeft veel te veel ingeslagen. We gaan bakken, theeleuten, kletsen, lachen, en daarna eten. De hartige hapjes gaan als eerste op. Net als vorige keer nemen we ons voor om minder zoet en meer hartig te maken als we weer samen gaan bakken. En ondertussen blijft het in mijn hoofd ‘sudderen’, zouden we nu echt kunnen knuffelen?

Batterij
‘Ik wil toch wel knuffelen’,  zeg ik ineens. ‘Ik ben zo voorzichtig, en het is zo lang geleden. Ik durfde eerst niet.’ ’Snap ik’,  zegt ze terwijl zij mij omarmt. En het klinkt misschien heel raar, maar het voelde net alsof ik een batterijtje was dat zich oplaadde. Ik voelde mij helemaal volstromen, ja, met ‘wat’ eigenlijk?

Subject
Het afgelopen jaar ben ik aangeraakt door mijn arts, de tandarts, de mensen van het bloedafname-lab en de testmedewerkers. Het zijn niet alleen de plastic handschoenen en spatmaskers die de afstand creëren. Het zijn mensen in functie die je behandelen als een object. Ik voelde mij als een voorwerp dat onderzocht werd. Niet vreemd gezien de situatie maar wel vervreemdend. Alsof ik geen mens was waar ze hun aandacht op richtten en niet meer was dan een ‘ding’.  Mijn puberdochter is nu niet zo knuffelig en verder heb ik aanrakingen vermeden. Ik wilde mijzelf ‘veilig stellen’ voor de dreiging van het virus. Maar de dreiging van  ‘leeglopen’ was meer aanwezig dan ik dacht.

Door deze knuffel was ik ineens weer een subject. Geen voorwerp, maar iemand die er echt toe doet. Mijn vriendin en ik konden elkaar weer even ‘opsnuiven’, voelen en ervaren.

We kennen elkaar nu 35 jaar. Hoe vaak hebben we niet geknuffeld terwijl het haast als vanzelfsprekend ging? Nu pas heb ik door hoe belangrijk aanraken voor mij is.

Mijn batterij is opgeladen, ik kan er weer even tegen. Hoelang?

Zolang het ‘moet’!

Swanny Kremer

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *