4 – 6 minuten

1 reacties

Nieuwsuur besteedde onlangs in een uitzending aandacht aan klimaatdepressie. Het ging over personen die zich verdrietig, gefrustreerd en zelfs depressief voelen over het klimaat en de ecologische crisis. Aan het eind van de uitzending sprak de (niet-onomstreden) kernenergie lobbyist en ecomodernist Michael Schellenberger relativerend: ‘Er is geen wetenschappelijk onderzoek dat doden door klimaatverandering voorspelt.’ Met grote verbazing vroeg ik mij af wat er hier nu gebeurde in deze uitzending. Tijd voor een kritische reflectie…

Misleidende woorden
De woorden van Schellenberger, hoewel misschien geruststellend bedoeld, zijn op z’n minst misleidend te noemen. Klimaatverandering eist reeds overal ter wereld jaarlijks vele mensenlevens als (direct en indirect) gevolg van overstromingen, orkanen, bosbranden, en hittestress (WHO, 2018). Ten tweede laat Schellenberger het verdwijnen van dier- en plantensoorten buiten beschouwing: hij lijkt te veronderstellen dat de emoties van de mensen met klimaatdepressie alleen betrekking hebben op de angst dat zij zelf en/of andere mensen het (dodelijke) slachtoffer zullen worden van de gevolgen van de opwarming van de aarde. Tot slot gaan zijn uitspraken ook voorbij aan de zeer reële ervaringen van angst en verdriet van de geïnterviewde personen, die niet alleen gaan over toekomstige gevolgen van klimaatverandering. Hun emoties, zo hoorden we hen vertellen in deze uitzending, worden namelijk ook opgeroepen door de ecologische crises die zich op dit moment al onder onze ogen afspelen. Het gaat hierbij niet alleen over de gevolgen van de opwarming van de aarde (CO2 uitstoot) maar ook over het verlies van biodiversiteit en de vervuiling van lucht, aarde en water.

Dit brengt me bij een ander misleidend woord in deze uitzending van Nieuwsuur: klimaatdepressie. Door het label ‘klimaatdepressie’ worden deze mensen neergezet als afwijkende individuen (niet gezond en niet normaal), en worden we van het echte probleem afgeleid. Namelijk dat het dominante (westerse) mensbeeld waarin mens en natuur gescheiden zijn, onhoudbaar is en al tot veel schade heeft geleid. Dit mensbeeld is bepaald door het Verlichtingsdenken en geeft alle ruimte aan de mens in een positie als heer en meester van alle andere levensvormen.

Een relationeel mensbeeld
Een heel ander mensbeeld is dat van de mens als onderdeel van het ‘web van leven’. De mens als relationeel wezen, onlosmakelijk verbonden met alle andere levensvormen en planetaire macro- en microprocessen. Nu het denken en handelen vanuit een maakbaarheidsideaal zijn tol begint te eisen, wordt steeds duidelijker dat die relationele verwevenheid niet alleen een manier van kijken en denken is maar ook een fysieke realiteit. Wie vanuit dit relationele perspectief naar de wereld kijkt, kan niet anders dan beseffen dat wij, met alle technologische vooruitgang, kwetsbare wezens blijven op een planeet waarvan er geen tweede is.

Er is ruimte nodig voor de emoties die mensen, die zich verbonden voelen met de aarde en met toekomstige generaties, ervaren.

Maatschappelijke opgave
Niet gek dus dat de confrontatie met deze planetaire en kwetsbaarheid (van mens en niet-mens) kan leiden tot grote ontologische onzekerheid, verwarring en stress. Het is niet voor niks dat klimaatpsychologie als nieuwe discipline in opkomst is (ook in Nederland, via de Klimaat Psychologie Alliantie NL), waarbij aandacht uitgaat naar zowel gedragsverandering ten behoeve van duurzaamheid als naar emoties rondom klimaatverandering en ecologische crisis (zoals ‘ecologische rouw’). Maar laten we ons steeds bewust zijn van de kracht van woorden en hier zorgvuldig mee omgaan. Een term als ‘klimaatdepressie’ kan ten onrechte gezien worden als een diagnose van een pathologische reactie. Impliciet zegt deze term dat verdriet, wanhoop en depressieve gevoelens als gevolg van het bewustzijn van klimaatverandering en ecologische crisis een ongezonde reactie en een individueel probleem zijn. Van mensen bovendien die onvoldoende rationeel naar de wetenschappelijke feiten kijken (als we Schellenberger moeten geloven).

Er is ruimte nodig voor de emoties die mensen, die zich verbonden voelen met de aarde en met toekomstige generaties (is dat niet vooral heel gezond te noemen?!), ervaren. Daaronder liggen existentiële, morele en politieke vragen die ons allemaal aangaan.

Zouden we ons niet moeten afvragen wat het betekent om te leven in een tijd van ecologische crisis en klimaatverandering? En hoe zit het eigenlijk met al die andere levensvormen die samen met ons het ‘web van leven’ vormen? Wat is hun politieke en morele stem, en hoe kan die gehoord worden? In een open ruimte, waarin middels gesprek en geleefde ervaring emoties en een grote diversiteit aan stemmen een plek mogen hebben,  worden dan wellicht ook andere handelingsopties ontdekt dan het zo bekende beheersen en rationaliseren.

Het zou mij bovendien niet verbazen wanneer deelnemers aan een dergelijk gesprek dit als heilzaam ervaren. We zijn immers relationele wezens, en verbinding ervaren met anderen is een belangrijk onderdeel van duurzaam en betekenisvol leven.

Een verkorte versie van deze column is eerder verschenen als ingezonden brief in nrc (12 december 2019).

Een artikel van


1 reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *