2 – 3 minuten

1 reacties

Een ziekte was het vroeger: homoseksualiteit. Totdat de vereniging van Amerikaanse psychiaters besloot dat deze seksuele voorkeur voor iemand van hetzelfde geslacht een normale voorkeur was die niet genezen kon worden dus ook geen ziekte was. Overigens is kanker ook niet te genezen en is nog steeds een ziekte maar dat terzijde. Het lag waarschijnlijk veel principiëler: je bent het of je bent het niet. In ieder geval was het niet besmettelijk. Dat was 38 jaar geleden.

Het duurde nog even voordat één en ander ook in de rest van de wereld doordrong. Tijdens mijn geneeskundestudie hadden we nog een leerboek dat homoseksualiteit in een perverse hoek zette. Protesten uiteraard in de collegezaal en omstandig zoenden mannen elkaar in aanwezigheid van de hoogleraar psychiatrie die een college hield. Dat was 30 jaar geleden.

Theorie en praktijk laten zich echter niet zo snel verenigen. Een groep huisartsen in Gouda zocht een nieuwe collega en ze hadden een goede gevonden. Hij bleek homoseksueel. Daarom leek het de groep huisartsen niet zo’n goed idee om hem aan te nemen: “in het belang van de patiënten” zo projecteerden zij hun eigen angsten. Dat was 17 jaar geleden.

En mocht u denken dat dit de laatste stuiptrekking was van de geneeskunde dan roep ik nog even in herinnering dat zich in Capelle een huisarts wilde vestigen die homo’s zondaars vond. Hij kon het weten want via “homo healing” was hij er zelf van af gekomen. Dat was 3 jaar geleden.

Nee, dan buiten de geneeskunde, daar loopt het op rolletjes. De Nederlandse minister van Financiën komt via de Telegraaf vrijwillig uit de kast en een voorman van het CDA maakt op de radio bekend dat dit binnen deze christelijke partij geen enkel probleem vormt. Dat was 1 week geleden.

Toch voelt het bij mij hetzelfde als 38 jaar geleden. Waarom zou je in de krant moeten zetten dat je geen ziekte hebt als je niet ziek bent?

Een artikel van


1 reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Het zou kunnen zijn dat zowel de geneeskunde die sinds de negentiende eeuw ‘homoseksualiteit’ ging pathologiseren als de geneeskunde die het weer ontpathologiseert in één ding overeenkomen: er is was en is niet zoveel aandacht voor wat het betekent om in een samenleving andere vormen van cultuur en andere vormen van seks te leven. Dan doel ik op de betekenissen vanuit het perspectief van vrouwen die van vrouwen houden en van mannen die mannen aantrekkelijk vinden: het binnenperspectief van betekenissen. Dat is wat anders dan wat er in de geneeskunde aan betekenissen opgeplakt worden door leentje buur te spelen bij de psychologie en bij de biologie. Coping, chemische stofjes te weinig (of te veel) of een hersenlobje zeggen bar weinig over geleefde betekenissen. Ik vind het niet zo vreemd dat er voortdurend uitspraken van homo’s en lesbo’s, verdedigend, zelfverzekerd, strijdbaar, angstig, over homoseks in de krant komen. Over iemand zijn, identiteit, is immers steeds meer te doen. Zo heel geduldig in het opzoeken en uithouden van veel verschillende betekenissen van seks en intimiteit is de samenleving momenteel niet. Zie o.a. Jean Claude Kaufmann, L’invention du soi, die prachtig het bozige ongeduld met diversiteit in de samenleving laat zien.