5 – 7 minuten

4 reacties

Op 20 augustus 2013 publiceerde NRC Handelsblad een reactie van Frans Vosman en Andries Baart op een eerder opiniestuk van de arts Eric de Winter. Door de redactie was hun tekst ingekort en waren er alinea’s verschoven. Hier vindt u de volledige en oorspronkelijke tekst.

Door Frans Vosman en Andries Baart

UTRECHT 20.08.2013 – “Het is tegenwoordig niet meer reëel om te eisen dat de arts goede communicatieve vaardigheden heeft,” meent gepensioneerd arts Eric de Winter (NRC 15 aug. 2013). De arts is gewoon een techneut, laat het praten maar aan de kwakzalvers over. De ontwikkeling van de geneeskunde is nu eenmaal meer op de medisch technische ontwikkelingen gericht: daarom is ze ook succesvol. Dat zien wij op basis van onderzoek toch een tikkeltje anders.

Communicatie

Zelfs als een arts een techneut zou zijn – laten we even meegaan in deze onzalige gedachte – heeft hij ‘communicatie’ nodig om een goede arts-techneut te zijn en wel in vijfvoudig opzicht

  1. voor de diagnose (in de anamnese moet de patiënt toch adequaat kunnen uitleggen waarvan hij last heeft),
  2. voor toestemming tot een ingreep (het zogeheten consent),
  3. ter bepaling van het streefdoel (waarop wordt de behandeling gericht?),
  4. om therapietrouw te kunnen bewerkstelligen (het commitment van de patiënt) en
  5. om te kunnen weten wanneer er gestopt moet worden (tegen doorbehandelen).

En dan zwijgen we nog over de communicatie die nodig is om de doktersrekening betaald te krijgen. De idee dat juist de ‘dokter als techneut’ zonder communicatie zou kunnen is (wetenschappelijke) onzin. Het is dan ook geen goed idee, zelfs niet voor techneuten, communicatie over de heg te gooien als iets voor de zielknijper.

Het lichaam

De dokter doet iets aan het lichaam en kan daartoe desnoods een techneut zijn, maar dat lichaam is van een persoon en die kan niet weggelaten worden. Het lichaam is immers voor zijn dood niet los verkrijgbaar. De core business van de dokter is niet het lichaam maar de patiënt, en die heeft soms uitleg, troost, bemoediging en advies nodig, desnoods van een techneuterig type. Het is de patiënt die toestemming geeft (dat doen lichamen niet) en die lijdt (het lichaam ervaart hooguit pijn). In de krant stond deze week dat er cursussen worden aangeboden aan patiënten om met hun dokter te kunnen praten. Ook in Medisch Contact vindt men dat de wereld op zijn kop: als de patiënt op cursus moet is er iets mis met de dokter, waarschijnlijk heeft deze het advies opgevolgd niet te communiceren.

Echte Dokters

Op grote afstand van de alledaagse praktijk fulmineert De Winter tegen communicatie en versmalt dat tot tell-sell. De communicerende dokter zou slechts een uitlegger zijn die patiënten plat praat en daarbij voornamelijk gebakken lucht verkoopt, schrijft De Winter. Nee, dan de Echte Dokters met kennis van zaken die ook echt wat kunnen, die hebben deze schaamlap van communicatie niet nodig.
Patiënten lijken dat soms ook te denken: “Liever een goede chirurg die slecht communiceert dan een aardige die niet snijden kan.” Dat communicatie ook dialoog omvat, beraadslagen, overleggen, gezamenlijk besluiten etc. is hier buiten beeld gedrukt.

Relationele zorg

Natuurlijk is het praktisch ondenkbaar dat de dokter niet zou communiceren: neem een casus, trek er de communicatie van af en je houdt gestuntel en een Babylonische spraakverwarring over die naar de patiënt bovendien onbarmhartig en verwaarlozend uitpakken. Toch heeft De Winter ook een punt: in de zorg wordt er met communicatie geschermd als ware ze het een duizenddingen-doekje voor willekeurig welk vlekje. Geen probleem of er moet weer gecommuniceerd worden, liefst volgens het breed omarmde maar achterhaalde model van de zender en de ontvanger.
Maar goede zorgverleners doen, getuige onderzoek, iets heel anders: ze gaan de relatie aan om hun werk te kunnen inrichten en sturen, ze pogen te begrijpen wat de patiënt doormaakt, aankan en waarnaar almaar zijn gedachten uitgaan, ze maken met de patiënt de onvermijdelijke morele afwegingen, ze zijn er als de doodzieke zich aan de dokter wil toevertrouwen.
Dat is wat we zien én bevorderen in ons onderzoeksprogramma Menslievende zorg: de dokter als zorgverlener die nauwgezet aansluit en afstemt. Het werk van de dokter vergelijken met de reparatie van de auto, zoals De Winter doet, is natuurlijk een bêtise.
Onderzoek laat zien waar niet communicerend dokteren op uitloopt: de patiënt raakt verdwaald in de zorg, met peperdure overbehandeling en treurig stemmende onderbehandeling als gevolg. Dokteren is niet hetzelfde als repareren en kan dat ook niet zijn: dokters gaan niet lopen als de niet-reparabele patiënt gaat sterven.

Conclusie

Het vak van de dokter is inderdaad ‘technischer’ geworden. Soms kan er een diagnose gesteld worden zonder dat het gesprek met de patiënt er erg toe doet: foto’s en scans, onderzoek aan bloed, snot en de plas, de testuitslag van de ogen of het geheugen, kijken naar de huidskleur en lichaamshouding: het zijn vaak betere bronnen om te begrijpen wat iemand mankeert dan het gesprek met de patiënt. Dat is zo en dat is een goede reden om karikaturen over de betekenis van communicatie in te ruilen voor serieus onderzoek naar relationele zorg en de wenselijke plek van techniek in de geneeskunde, of beter: in het dokteren.

Frans Vosman, hoogleraar zorgethiek, en Andries Baart, bijz. hoogleraar Zorg en presentie, beiden aan de Universiteit voor Humanistiek. Zij doen met artsen en verpleegkundigen langlopend onderzoek in het St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg. Lees verder op: www.liefziekenhuis.nl, www.zorgethiek.nu en www.presentie.nl

Een artikel van


4 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Graag refereer ik hier naar het boek “Het ergste voorbij Wat te zeggen als ieder moment telt!” Weten wat je moet zeggen – en wat je juist niet moet zeggen – wordt tegenwoordig algemeen beschouwd als onderdeel van het medisch instrumentarium. Dit boek Helpt je de vaardigheid te ontwikkelen dit instrument te gebruiken. Bijvoorbeeld ‘Contact maken en rapport opbouwen’ Zonder contact en rapport is er simpelweg geen communicatie mogelijk. Eenvoudig gesteld: rapport is een toestand waarin vertrouwen, eensgezindheid en gezonde verwachtingen tot ontwikkeling kunnen komen. dat betekend iemand begrijpen en het gevoel hebben begrepen te worden. Net zoals je er niet over zou peinzen een huis te bouwen zonder eerst de fundamenten te leggen, kun je niet verwachten dat ze je suggesties opvolgen zonder dat je eerst contact hebt gemaakt en rapport hebt opgebouwd. Heilzame communicatie is een onderdeel van een relatie, al kan die relatie uitermate kortstondig zijn. http://books.google.nl/books/about/Het_ergste_is_voorbij.html?id=2jsjtwAACAAJ&redir_esc=y

Zeer sterk verwoord, compliment!
Mijn trainingsmotto is al jaren: Niet meer, niet minder, maar patiëntgerichter communiceren! Dat is in de dagelijkse hectiek van de zorg niet gemakkelijk. Zorgverleners vervallen al snel in het oude ‘zendpatroon’. Getrainde gesprekspartners (lees: patiënten die goed kunnen communiceren) kunnen dit patroon doorbreken.

Helder betoog! En dan hebben we het nog niet over artsen en psychisters in de caresector, psychiatrie en verstandelijk gehandicaptenzorg. Daarnaast is communicatie essentieel in samenwerking tussen artsen onderling en tussen artsen en verpleegkundigen. En dat heeft weer een rechtstreekse relatie met patientveiligheid. Communicatie is essentieel!
Gouda,
Carla Raben
Zorgprofessie Academy