4 – 5 minuten

0 reacties

Regelmatig lees je nieuwsberichten waarin schending van het beroepsgeheim door zorgverleners een rol speelt. Een voorbeeld is de zoektocht naar de dader van de moord op Els Borst. Daarbij heeft een zorgverlener op een gegeven moment misdaadverslaggever Peter R. de Vries benaderd met informatie over een zorgvrager.
Een ander voorbeeld is de berichtgeving over een wijkverpleegkundige in Assen die een 61-jarige zorgvrager thuis bezoekt om hem te verzorgen en in zijn huis een vuurwapen ziet liggen. Dat geeft zij door aan de politie. De politie gaat kijken bij de man en vindt het vuurwapen. Zij neemt dat vuurwapen in beslag en houdt de man aan.

Zwijgplicht

Bij beide voorbeelden kun je je misschien wel wat voorstellen. De moord op Els Borst heeft tot veel maatschappelijke verontwaardiging geleid. De roep en druk om haar moordenaar te vinden is groot. Als jij als zorgverlener denkt dat een zorgvrager van jou er iets mee te maken heeft, kun je je geroepen voelen die informatie door te geven. Iets vergelijkbaars geldt voor het voorbeeld van de wijkverpleegkundige. Vuurwapenbezit is verboden. Om te voorkomen dat het vuurwapen gebruikt gaat worden en voor gewonden of doden zorgt, kun je maar beter zorgen dat het weggehaald wordt.

De verleiding om deze informatie door te geven is misschien groot, maar is het terecht? Als verpleegkundige en verzorgende heb je het beroepsgeheim. Je dient te zwijgen over wat je over en van de zorgvrager te weten bent gekomen tijdens de zorgverlening aan de zorgvrager. Het beroepsgeheim beschermt belangrijke waarden: de vertrouwensrelatie van jou met de zorgvrager en de algemene toegankelijkheid van de zorg.

Het beroepsgeheim is echter niet absoluut. Er zijn uitzonderingen waarin je het beroepsgeheim mag of moet doorbreken. Je mag spreken als een zorgvrager je daarvoor toestemming geeft. Je moet spreken als er een wettelijke plicht is. Eventueel mag je je beroepsgeheim doorbreken zonder toestemming van de zorgvrager als je voor een conflict van plichten staat. Als je een conflict ervaart tussen je zwijgplicht en je plicht om ernstige schade voor de zorgvrager of een ander te voorkomen.

Verschoningsrecht

Gaan we terug naar de voorbeelden. De informatie is schaars, maar we kunnen wel een richting aangeven. Je zou kunnen denken dat je te maken hebt met een conflict van plichten: met een botsing tussen de zwijgplicht en je gevoel dat je bij moet dragen aan de oplossing van de moord of het verwijderen van het vuurwapen. Maar gaat het om een conflict van plichten? Er lijkt geen dreiging van ernstige schade voor de zorgvrager of een ander. Daarmee is niet echt voldaan aan een conflict van plichten en is de conclusie dat je als zorgverlener moet zwijgen.

Maar als burger mag je toch aangifte doen van een strafbaar feit en moet je dat zelfs bij ernstige misdrijven zoals moord? Dat geldt inderdaad voor een burger. Het geldt niet voor jou als zorgverlener. Jij hebt het recht om tegenover de rechter(commissaris), politie en justitie af te zien van het afleggen van een verklaring of het beantwoorden van vragen, als je daardoor het beroepsgeheim zou doorbreken. Daarom heb jij een (afgeleid) verschoningsrecht.

Geplaatst in het V&VN magazine in 2016.
Tekst: Joke de Witte en Hans van Dartel, resp. secretaris en voorzitter van de Commissie Ethiek van V&VN

Dilemma
is een rubriek in het V&VN magazine, het verenigingstijdschrift van de Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN) dat 8 keer per jaar uitkomt. In overleg met de commissie Ethiek van V&VN mogen we deze rubriek op de website Zorgethiek.nu overnemen.
Sta jij in je werk ook voor een dilemma? Stuur je inzending naar redactie@venvn.nl o.v.v. Dilemma. Volg ook de cursussen en trainingen van de V&VN Academie.

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *