3 – 4 minuten

0 reacties

Herinneringen kunnen zo dierbaar worden dat je later gaat twijfelen of het allemaal wel echt gebeurd is. Maken we dingen soms niet mooier met onze eigen verlangens, met ons eigen verhaal? Maar is dat erg? Is de gebeurtenis zelf niet ook gebaat bij een mooie herinnering?

Ik was bijna klaar met mijn huisartsenopleiding en werkzaam in een plattelandspraktijk. Het was Pinksteren en ik had dienst. Tegen een uur of zes in de ochtend werd ik gebeld, zoonlief wilde dat ik snel kwam want vader was volgens hem net doodgegaan. Het was een prachtige ochtend, de zon was nog niet zolang op aan een strak blauwe hemel. Ik ging op weg naar de boerderij van de familie die ik kende, de oude baas van voor in de tachtig had al lang vaatproblemen. Ik reed de kronkelende landweg op naar de boerderij, er hing een mooie witte nevel boven de weilanden waar de zon doorheen speelde en in de verte hoorde ik schapen blaten. Ik werd opgewacht door de zoon. Hij nam me mee naar een schuurtje in het weiland, hij had vader daar aangetroffen. Ik trad binnen en een boom van een kerel lag op de grond, paars gezicht en schuim op zijn mond.

De zoon had het inderdaad goed gezien, dood. Waarschijnlijk een hersenbloeding, gekregen op weg naar zijn schapen die hij wilde gaan voeren. Uit respect voor zijn vader deed de zoon het voorstel het lichaam daar niet al te lang te laten liggen in afwachting van de begrafenisondernemer, maar om het te vervoeren naar huis. Kennelijk had hij daar al over nagedacht want weldra kwamen nog een zoon en een buurman aangelopen. Er werd heel even gesjord aan wat ledematen maar dat bleek onbegonnen werk. Het idee van een ladder was snel geboren en zo liepen we weldra met zijn vieren met honderd kilo op een ladder naar de boerderij. We namen de achteringang, over de deel, door een stal, maar in de bijkeuken stagneerde de processie. We konden de draai naar de woonkamer niet maken want het lichaam was breder dan de ladder en het gesjor kreeg onfatsoenlijke trekjes. Dan maar door de voordeur. Een ander familielid werd opgetrommeld om de sleutel te zoeken, want de voordeur van de boerderij was al jaren niet meer gebruikt. In de zekerheid dat de voordeur uiteindelijk open kon, vertrokken we van de achterzijde van de boerderij naar de voorzijde. We moesten omlopen door het weiland en nu nog kan ik de foto oproepen zoals we daar liepen. Hongerige blatende schapen die op de dode oude boer afkwamen, een gloeiende langzaam warm wordende zon, stille mysterieuze nevel boven het gras, vier zwijgende mannen met een ladder en een ongenaakbaar, dood, maar zeer aanwezig lichaam.

De belofte van een prachtige dag in een nooit eindigende natuur gaf de dode boer de eer die hem toekwam. Ik wist dat ik dit nooit meer zou meemaken en zoog de beelden in mij op.

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *