3 – 4 minuten

2 reacties

“Even weer aan het infuus”, zegt ze. We wisselen een blik schuin door verpleegkamer 2c. “Misschien samen eens wandelen?”, vervolgt ze. “Ik met mijn infuusstandaard en jij met je rollator?” Ik moet even schakelen in mijn hoofd. Sinds vandaag heb ik een zuurstoftankje en die door haar genoemde rollator toebedeeld gekregen. “Leuk”, zeg ik, “even dat bed uit, wat anders meemaken.” Zij knikt verheugd en zegt: “Eerst wachten tot ze mij komen prikken.”

Daarna gaan wij op pad. Twee (te jonge) vrouwen waarvoor deze situatie ineens realiteit is. In de lift giechel ik tegen haar: “Zie je ze kijken? Alsof we heel ziek zijn.” Ze kijkt mij aan en zegt: “Dat is toch ook zo?” Terwijl ik naar onze reflectie in de liftspiegel kijk mompel ik haast voor mij uit: “O ja”.

Op pad

Ik voel mij ondeugend als we met de lift naar een willekeurige afdeling gaan om kunst te kijken. Overal hangen schilderijen en staan sculpturen. We vertellen elkaar wat we zien, wat ons opvalt en of we het ook thuis zouden willen hebben. Ondertussen hebben we gesprekken over het leven met kanker. “Ik heb garantie tot de voordeur”, zegt mijn ziekenhuisvriendin. “Oe, dat is wel heel onzeker”, zeg ik. We scharrelen verder. Nadat we op één afdeling de kunst bekeken hebben zijn we bekaf en schuifelen we langzaam terug naar onze kamer. “Morgen weer?”, vraag ik. Zij knikt.

Vervolgens gaan wij iedere dag samen op pad en bekijken de kunst her en der in het ziekenhuis. Op een keer gaan we zelfs helemaal naar de voordeur. Het is mild weer en we durven even in de buitenlucht te staan. We halen heel diep adem. “O wat heerlijk”, zeg ik, en ik vervolg: ”Niets is vanzelfsprekend”.

De volgende dag word ik wakker van de ontbijtkar die onze kamer inrolt en ik zie mijn ziekenhuisvriendin moeilijk lopend uit de badkamer komen. “Wat is er?”, vraag ik haar aankijkend. “Ik weet het niet, ik heb zo’n pijn in mijn rug”.

Vanaf die dag is het gedaan met onze wandelingetjes, Gedaan met de uitstapjes. Gedaan met de vrijheid.

Zingeving

Ziekte beïnvloedt het dagelijks leven. Mensen zijn geen machines en hebben behoefte aan zingeving, betekenis. Ook in het ziekenhuis of waar dan ook. En, nee, dit is niet vaag. Bijvoorbeeld door samen te scharrelen langs kunst kan maken dat je je verbonden voelt met elkaar, met de wereld. Je voelt vrije ruimte om te denken. Er zijn zo veel aspecten die bijdragen aan het geestelijk welbevinden. Zeker wanneer je perspectief onduidelijk is en verpleegkundigen druk zijn.

Ieder mens heeft op enig moment te maken met zingeving. Iedere keer opnieuw in je leven krijg je te maken met ‘kansen’ of ‘beperkingen’. En telkens weer moet je de mogelijkheden tot eigen regie opnieuw afwegen.

En dat geldt zeker niet alleen voor de patiënten. Zingeving in de zorg is onderdeel van ieders professionaliteit. Want ook professionals hebben behoefte aan betekenis. Betekenis vergroot de relevantie van zowel het leven als het werk. (Mede)menselijkheid vergroot de beroepstrots. (Werken aan) genezing en herstel gaan hand in hand.

Eigenlijk zijn professionals net mensen 😉

Een artikel van


2 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *